Ik ging naar Rotterdam om het Depot te zien. Het viel niet mee. Hieronder een verhalende uiteenzetting van mijn bevindingen en de repliek van enkele semi-anonieme gespreksgenoten.

Boijmans' nieuwe Depot, Schitterend artefact van permanente onvoltooidheid. Daar schittert Winy Maas in, kijk maar eens in de Boekenberg in Spijkenisse. Stampvol ornamenten (verkleurende sierboeken op 4 meter hoog), bloedheet in de zomer (want airco's onderhouden, dat doen we in Nederland niet, het mooi bedachte ventilatiesysteem in de voegen ten spijt) en geen trapleuningen begroot in een gebouw waar overwegend oude breekbare mensen komen.

Voor jaren werk en een prijskaartje van €20,- (in November 2021) verwacht je meer in één van de weinige opengestelde tentoonstellingszalen (illustratie is verloren gegaan maar betreft een antieke automobiel die een halve etage tevreden moet stellen). En als je kundig begeleid wil worden kost je dat nog eens €95,-, maar dan kun je wel gelijk met zijn 13'en in de stofjas.

(Overigens tonen de wel geopende zalen op de tweede en derde verdieping wel wat interessante zaken, ware het niet dat het allemaal over het gebouw en museum zelf gaat... Nogal gratuit.)
Eigenlijk was het grootste pluspunt de eenzame wandeling op het dak (ga vooral om 11h00 's ochtends) en de enorme brownie bij de cappuccino (€6,40 tezamen!). En bij die wandeling moet ik opmerken dat ik opstoppingen en drukte voorzie op de mooiere dagen, want de paadjes zijn krap en smal. Geen plek om te frequenteren in een anderhalvemetersamenleving.

O, en nog iets: de indeling in verticalen dwingt veel bezoekers herhaaldelijk de tamelijk smalle trappen te nemen. Als ze werkelijk graag mensen ontvangen hadden ze het wat ruimtelijker op moeten zetten, want ik bevond mij bij herhaling achter schuifelende boomers.

En het is godgeklaagd wat ze voor een t-shirt of een draagtasje durven te vragen in de very underwhelming museumshop.

Het is gewoon niet af en niet klaar voor wat het probeert te zijn. Dat is enorm treurig. Mensen die hier himmelhoch jauchzend buitentreden hebben geen smaak en kunnen niet denken. Dat zijn mensen zonder ruggengraat.

Het blijft moeilijk om kwantiteit en kwaliteit te onderscheiden... Christophe Van Gerrewey speelt met het spiegelende en dus 'onzichtbare gebouw', dat een antwoord moet zijn op de vraag om transparantie, maar de ironie is strong in this one: het gebouw duldt geen blik naar binnen, verschuilt zich in de reproductie van de omgeving en ontkent zichzelf, zo zou de intellectualistische analyse kunnen luiden. Eenmaal binnen, enter the Droste, kun je tegen meer betaling "zeer zijdelings" en niet langer dan een paar minuten naar Mondriaan en Picasso kijken. 😂

Uiteindelijk kijkt een depotbezoeker niet zozeer naar kunstwerken als wel naar objecten, bezittingen en dus naar kapitaal. De esthetische ervaring staat niet voorop, en is zelfs onmogelijk. [...] Het is een andere spiegel die de saga rond het Depot en het Boijmans kan aanreiken: hoe zinloos het is om jezelf als groen, progressief en ecologisch aan te prijzen, terwijl je alleen maar uit bent op economische groei, op aandacht, op het drukken van je hoogstpersoonlijke stempel, en op het vervangen van alles wat onmiddellijk aan je eigen interventies vooraf is gegaan. [...] Jammer genoeg kun je de opgestapelde werken en objecten slechts door een venster zien. Wie dichterbij wil komen, moet een groepsrondleiding boeken van maximaal zes personen voor 95 euro, exclusief entree. In een witte stofjas kun je dan inderdaad tussen de rekken lopen en bijvoorbeeld schilderijen van Mondriaan en Picasso zeer zijdelings bekijken, zij het niet langer dan een paar minuten, want dan komt de kunst in gevaar door blootstelling aan licht en lucht. In het hart van het Depot, een trappenhal met liften, hangen dertien glazen vitrines met niet meer dan een handvol werken of objecten, nog geen tiende van de overweldigende hoeveelheid op het computerbeeld waarmee MVRDV in 2013 de architectuurwedstrijd won."

Zie ook: Het is een illusie dat een depotbezoeker echt met kunst in aanraking komt.  

Een gesprek hierover op een niet nader te noemen platform.

Koning van Noord: Zeldzaam slecht stukje proza dit. Argumentatieve luiheid en stropoppetjes genoeg in ieder geval. [...] Wat een armetierig stuk journalistiek. Had ik niet achter De Groene gezocht.

Mooi dat zeiken ten overstaan van chauvinisten door de bank genomen op weinig bijval kan rekenen, maar met zeiken over gezeik over chauvinisme - hoe polemisch en tendentieus ook - hark je dan weer likjes binnen. Een veeg teken. Gelukkig leeft Hermans wat dat betreft nog voort in ons allen.

KvN: Het stuk van Gerrewey zelf spiegelt vooral een eigen verwachting voor en weerlegt die. Hij zegt dat er "gespeculeerd [kan] worden over de verlangens waarop een dergelijke onderneming inspeelt", doet dat vervolgens grif en rekent vervolgens het museum af op zijn eigen veronderstellingen over waar aan het depot zou moeten voldoen. Blijkbaar wil Gerrewey dat je "echt met kunst in aanraking komt", inclusief de ruimte en tijd die daar volgens hem voor nodig zou zijn. Anders worden het gewoon "objecten", "bezittingen" of, God verhoede, "kapitaal". Maar wat is "echt" met kunst in aanraking komen? Natuurlijk schuur je langs de oppervlakte van de kunstobjecten als die niet perfect uitgelicht aan een daarvoor speciaal ingerichte ruimte hangen, om ruimschoots bewonderd te worden door mensen die daar uitgebreid de tijd voor nemen. Dat is natuurlijk ook niet het doel - tenminste, dat mag ik hopen als je een depot bezoekt.

Ja, en toch blijf ik me dan afvragen wat precies het bestaan van het Depot rechtvaardigt. Waarom zou ik een Depot willen bezoeken voor €20,-? En waarom moet ik, voor de échte Depot-ervaring, nóg eens betalen? Als ik de collectie van de Rabobank of de ABN-AMRO wil(de) bezoeken kost(te) me dat niks en kreeg ik er zelfs koffie bij. Boijmans bewaart ook particuliere collecties. Als ik een specifiek werk wil onderzoeken kan ik me bij elk museum melden en word ik (na screening) in een achterafruimte geaccommodeerd. Dat suggereer jij ook ("En als je specifieke interesse hebt in één specifiek stuk kun je daar een aanvraag voor doen") en daarvoor hoef je zeker niet bij het Depot te zijn.

Het lijkt er dan ook op dat het Depot met zijn blinkende façade het klootjesvolk een soort "kunst experience" wil verlenen maar dan wel tegen forse commerciële tarieven.

KvN: Zoals uit alle promotionele teksten van het Depot volgt krijg je een heel andere blik op kunst aangereikt, namelijk een blik achter de schermen. "visitors of the Depot can immerse themselves in the world behind the scenes of a museum and experience what maintaining and caring for an invaluable art collection actually entails". Dat herken je bijvoorbeeld ook terug in de opzet van het Depot: "In the Depot, artefacts are stored on the basis of climatic requirements, rather than artistic movement or era". Het gaat om de kunst in een andere context dan als die van een museum. Zo moeilijk is dat toch niet te begrijpen?

Grappig genoeg heb je die andere context al als je gewoon op straat je ogen de kost wil geven. De esthetische ervaring die Van Gerrewey in het Depot onmogelijk verklaart is afhankelijk van persoonlijke ontvankelijkheid voor iets wat we met een vies woord maar schoonheid moeten noemen. Rudy Fuchs zocht daarin al het spanningsveld op door de combinatie van het oncombineerbare te maken. Het is dus niet per se een kwestie van enigszins op elkaar lijkende werken naast elkaar hangen om tot die esthetische ervaring te komen, zoals @Vesica zegt, maar juist het beroep op het oog, het kijken en de cognitieve inspanning tot het samenbrengen van indrukken waarin die esthetische ervaring schuilt, aldus Fuchs. En daarom was de Velazquez-Rembrandt tentoonstelling in het Rijks van enkele jaren terug ook zo slecht: de "mimesis" was het bewijs van kwaliteit. Dat veronderstelt geen dialoog maar een echo en dat is voor een kunstenaar (of een tentoonstellingsmaker) geen verdienste. De contextloosheid van het werk in het Depot is daarom per definitie geen ruimte voor esthetische ervaringen. Het Depot ondersteunt enkel de commerciële ervaring en dat mankeert eraan. Dat illustreert Van Gerrewey soms wat radicaal (de titel alleen al...) maar het rechtvaardigt ook weer niet de stroman die jij van hem maakt. Want argumentatieve luiheid, dat is wat jij hier zelf aan de dag legt.

KvN: Waar komen deze verwachtingen dan vandaan? Gerrewey interpreteert de volgende zin van Sandra Kisters op nogal dubieuze wijze: "het depot wordt in de eenentwintigste eeuw het tentoongestelde depot". Wat hier wordt bedoeld: depots waren eerst dicht, en wat daar nu mee gebeurt is dat dat openbaar wordt - het wordt "tentoongesteld". Het proces van opslaan en in standhouden van de collectie wordt tentoongesteld in het Depot.

Met een goed argument kun je gewoon de collectie van Nederland bekijken in eender welk publiek toegankelijk museum. (Ook en misschien juist daarom houdt Van Caldenborgh zijn Museum Voorlinden buiten de gesubsidieerde sfeer, hij wil de deur dicht kunnen houden voor pottenkijkers.) Dit Depot is een halverwege oplossing tussen geld verdienen en de belofte van transparantie. Daarover gesproken:

KvN: De redenering over transparantie snijdt ook nogal wat bochten af. De ironie van de spiegels die jij er dan bij verzint ontgaat me eerlijk gezegd helemaal. Niemand heeft toch gezegd dat de spiegels voor transparantie zouden staan? Dat zou immers een vrij absurd argument zijn.

Boijmans zegt zelf"De gevel bestaat uit 6.609 vierkante meter glas, verdeeld in 1.664 spiegelpanelen. Daardoor is het gebouw transparant en gaat het depot op in zijn omgeving." Wat hier absurd aan is is dat er helemaal geen sprake is van transparantie omdat het spiegelt. Het lijkt wel Franse postmoderne filosofie, dit taalspel. En het moet de lezer imponeren, doet een beroep op zijn eigen autoriteit, zowel die van MVRDV als van de kunstpausen van Rotterdam. Lynn Berger van De Correspondent schrijft "Zo’n open depot is namelijk een radicaal antwoord op de klachten over ‘dichtslibbende’ depots die steeds vaker te horen zijn, en past naadloos in een tijd die de nadruk legt op transparantie, beschikbaarheid en interactiviteit." En het volgende vond ik ook hilarisch: "De grote entreedeuren gaan op in de gevel en worden pas zichtbaar tijdens openingstijden." Oftewel: we zijn transparant en open naar de wereld tijdens bezoekuren. Als dat geen wc-eend is...

Het komt erop neer dat openheid en transparant beleid een speerpunt van de publieke opinie is en dat Boijmans daar zo handig op in speelt. Niet alleen een zoethoudertje voor het electoraat maar ook nog eens een verdienmodel.

KvN: Over de legacy van MVRDV heb ik minder kennis - hoewel ik het met de schrijver eens ben dat de Silodam geen inspirerend stuk architectuur vind. Maar het Depot vind ik wel écht te gek. Het is overigens ook niet geïnspireerd op een koffiekopje, zoals door Gerrewey gewoon verzonnen wordt, maar op een IKEA-schaaltje.

Ik vind het gebouw ook een "lekker gek ding", maar ik vind de rechtvaardiging van vorm en functie en de exploitatie ervan niet stroken met het gelul dat ermee gemoeid is. Jij kunt je blijkbaar niet over je fanboyschap heen zetten en gaat er dan zelf met de zweep over. Je hebt zeker gelijk dat Van Gerrewey niet overal even objectief is en soms een beetje teveel op zijn golf surft, maar dat ontslaat zijn stuk nog steeds niet van enige geldigheid. Dit is opinie, geen politiek. En het geeft de haters een stok om mee te slaan. En de fanboys vervolgens weer een reden om in de pen te kruipen. Maar ook jij laat her en der een steekje vallen in je antitirade.

Ecce homo.

Tsja, een decor voor citymarketing waarbij het gratis influencerpersoneel gedienstig zijn taak van stadspromotors vervult. En je hoeft ze niet eens te betalen voor zo'n deal. Zo simpel is het natuurlijk: je ontwerpt een fotomoment en de rest gaat vanzelf. Ja, Rotterdam heeft het dus blijkbaar toch wel echt nodig. Had Sjaak/Martin van Waardenberg toch niet gelijk.

Bouwmaardoor: Kijk, Winy Maas heeft er een handje van om zijn gebouwen de hoofdrol op te laten eisen. De gebruiker is toch wat ondergeschikt aan het gebouw. In dat opzicht is Depot een typische creatie van Maas. Depot zelf vind ik wel een geweldig gebouw om te bezoeken. Vond het zelf ook wat onwennig om kunst in stellages en dozen te zien. Maar ergens ook wel ontnuchterend en droog, om de praktische ‘achterkant’ van een museum in hartje stad te zien. Ook meesterwerken staan dus gewoon in een kast.

Ik begrijp niet zo goed waarom dat het beter zou moeten maken. Klinkt als een argumentum ad verecundiam. Daar zijn mensen zonder eigenschappen goed in, anderen napraten of op een sokkel plaatsen, ongeacht wat ze doen.

Flikker toch op met je Depot.