De Schrijfacademie gaat dit jaar [2020-2021] over expertise, fake news, autoriteit en complotdenken. De inzet is de waarheid. Hoe ziet die waarheid eruit in de moderne tijd? Is er nog een scheidslijn aan te brengen tussen feit en fictie? Wat zijn feiten eigenlijk?
Ilja Leonard Pfeiffer geeft een mooi aanzetje in de laatste Zomergasten van 2020: hij waarschuwt voor de kracht van de overtuiging (“een glibberig pad”), toegepast door populisten en in zijn concrete voorbeeld door Silvio Berlusconi. In het fragment uit L’Oro citeert Berlusconi, gespeeld door Toni Servillo, Isaac Newton: “Schijn bedriegt wie middelmatig is.” Daarmee misleidt hij zijn gehoor door ten eerste een zogenaamde autoriteit aan te halen en ten tweede door het publiek een buitengewoon intellect aan te meten. Dat publiek gaat er graag in mee, en laat zich dus met plezier om de tuin leiden, want het zal niet erkennen middelmatig te zijn.
“Het is niet zozeer van belang wat de waarheid is, het is van belang hoe de waarheid wordt gebracht,” aldus Pfeiffer. “Het gaat om het verbergen van de waarheid onder zo’n ontzettende hoop waarheden dat niemand nog weet wat nu eigenlijk de waarheid is. […] Het gaat erom dat je geloofd wordt.” Pfeiffer zet zijn demonstratie van de (on)waarheid voort met Mark Sargent, de voorman van de platte-aarde beweging. Pfeiffer zit bovenop het heden, een tijd die getypeerd wordt door een post-postmodernistisch afkalven van eender wat er is om in te geloven. Ironie, dat later ter sprake komt, is als levenshouding onhoudbaar en onvruchtbaar, stelt hij. Want als er niks meer is om in te geloven, dan is elke vaste grond verdwenen. Die vaste grond hebben we altijd waarheid genoemd, en die heeft zich inflatoir bewezen.
Pfeiffer demonstreert overigens doorlopend de speelse manier waarop mensen met waarheid om kunnen gaan, via Berlusconi, de Chinese burgemeester die authenticiteit wil zien en Dolly Parton die zichzelf een imago aanmeet. De vraag van Janine Abbring over het imago van Pfeiffer kwam niet onverwacht: hoe zit het met het haar, de ringen en de soignage van Pfeiffer zelf? Is dat marketing? Nee, zegt Pfeiffer, zo slim is hij niet. Het deed denken aan Linda de Mol bij Joris Luyendijk, in het seizoen 2007, waarin Luyendijk verslagen achterover hangt als hij door krijgt dat hij niet met Linda de Mol maar met Linda© aan tafel zit. Het echte gezicht laat ze niet zien (en dat geeft te denken over de schijnbaar schaamteloze coverfoto’s op haar eigen tijdschrift).
Je ziet de verdwijning van de waarheid in moderne politiek (alternative facts) en in de moderne media. Quentin Tarantino veegt in Once Upon a Time in Hollywood (2019) de vloer aan met historische feiten (zoals de titel ook wel weggeeft) en de Netflix-serie Hollywood (2020), die speelt in de jaren 40 van de 20e eeuw, die gaandeweg steeds meer een loopje neemt met hoe het echt gegaan is: een zwarte actrice staat op voor haar rechten, maar in werkelijkheid duurde het tot 2002 voor een zwarte (gekleurde) actrice een Oscar won. Ook homoseksualiteit leidt in dit forties Hollywood veel minder tot geweld en onrecht dan de kijkers verwachten. Het is bepaald geen Mississippi Burning. De geschiedenis wordt rechtgeschreven — vanuit het heden! Maar wat als je niet op de hoogte bent van de feiten — als de media je autoriteit zijn — en je zoekt naar vaste grond om je opvattingen aan te scherpen? Waar vind je nog de échte geschiedenis? Is er überhaupt zoiets als echte geschiedenis, of is die geschiedenis in elk tijdsgewricht opnieuw uitgevonden, aan de hand van de mores van de tijd waarin die geschiedenis wordt opgeschreven?
Alternate history is geen nieuw genre, maar in het huidige mediagesatureerde landschap misschien minder onschuldig dan in oude tijden. The Man in the High Castle, Counterpart en The Plot Against America beschrijven een alternatieve wereld op basis van een historisch scharnier. Die fictie is misschien minder ver weg dan we denken: vanuit het heden schrijven we het boek van de geschiedenis, maar altijd vanuit ons perspectief. Dit is een probleem dat Gender & Postcolonial studenten behandelen: welke stemmen verdwijnen in de annalen van de geschiedenis? En heeft het zin om elke stem gelijkluidend te laten zijn? Verdient elk instrument zijn solo, of moet er voortdurende harmonie zijn? Geven we voortdurend de praatstok door en is dat goed, en heb je dus pech als je in het verkeerde lichaam op de verkeerde plaats in de verkeerde tijd geboren wordt? Hoe kun je universele gerechtigheid nastreven in een zeer diverse en verbonden wereld? Hoe overkomen we de kloven tussen opvattingen en culturen met behoud van wat we waarheid noemen?
Als ieders stem het recht heeft gehoord te worden, hoe gaan we dan om met de voormalige kolonieën én de platte-aarde én anti-5G? Waar is die waarheid, of ligt die begraven onder al die andere waarheden? En hoe geven we vorm aan de waarheid van morgen? Een archeologie van waarheid zou het lezen waard zijn.
Het hangt allemaal ook samen met de manier waarop we aan de kronieken werken. Vroeger hakten we tekst in steen, schreven we met pen en inkt op duur vellum, typten we met bloedende vingers goed uitgedachte zinnen met onuitwisbare inkt, waarbij de gedachte te allen tijde vooraf ging aan de documentatie. Het gummetje, tipp-ex, de backspace-knop maken dat we niet alleen veel meer data genereren, maar ook dat we onze data kunnen bijwerken. Het ontbreken van een oorspronkelijk origineel maakt dat alles een kopie is en elke kopie bovendien te bewerken is, bij te werken is, te updaten is. Dan verdwijnt er natuurlijk iets. Wat dat is, dat zal waarheid zijn. Wat er voor in de plaats komt, daar moeten we nog een goed woord voor bedenken. We zetten geen bomen meer neer, maar we plaatsen en verplaatsen coulissen. Wie nemen we nu in de maling? Hoe vertonen we ons aan de buitenwereld? Worden we allemaal een tovenaar van Oz? Voor iedereen maatwerk betekent ook het verdwijnen van een norm. Is die norm waarheid? Wordt die daaraan geijkt? Wat is het ijkpunt? En vallen de ijkers zelf ook niet voor de markt of het pluralisme?
Vroeger was er één waarheid. Tenminste, één waarheid per continent, cultuur of beschaving. De waarheid waar wij uit geboren zijn is die van Jezus Christus, “ego sum via veritas et vita”. In zijn naam baden en vochten wij. Dat geloof is aan het verdwijnen, niet geheel ondanks globalisering, kolonialisme en/of mediasaturatie. Je kunt je leven lang geloven in die éne waarheid, maar als iemand anders precies hetzelfde claimt met een draai van 180 graden zul je als mens te rade moeten bij jezelf waarom je dat gelooft. En die vraag leidt tot het verdwijnen van het geloof omdat er geen juist antwoord op te geven is. Geen antwoord dat te ijken is aan de waarheid die groter is dan je eigen overtuigingen. Die waarheid onttrekt zich namelijk overal aan. Filosofen constateren dat wat wij denken dat waar is maar het gevolg is van de manier waarop we waarnemen en denken kunnen. Hadden we superieure zintuigen gehad, dan zouden we iets anders geloven. Daarbij zijn we lokaal zeer beïnvloedbaar door “oude” dingen, dingen met anciënniteit, dingen die er waren voor wij er waren. En als we die dingen niet kunnen zien, dan kunnen we ze wel bedenken of vernemen van anderen.
Langzaam maar zeker splijtte die stevige stronk waar het Christendom de vrucht van is in talloze kleine en grote afsplitsingen, met enten hier en daar en soms zelfs hele andere bomen in andere tuinen. De metaforen zijn niet groot genoeg. Dat splijten leidt tot onzekerheid. De wetenschap, een nieuwe religie haast, haast zich te zeggen dat niets zeker is. Dat geeft geen houvast, en die hebben we juist zo nodig. Opmerkelijk is het bovendien dat er talloze minigroeperingen ontstaan met eigen waarheden. Het vallen van de grote waarheid heeft oneindige fragmentatie tot gevolg. De houvast halen we uit de mediasaturatie: een aannemelijke leugen is beter dan een fantastisch feit. De waarheid zit in verbondenheid: hoe meer mensen het met je eens zijn, hoe waarder het wordt. Dat geldt niet alleen voor zwaartekracht (Erik Verlinde), maar ook voor bestaansrecht. Ik moet me verbinden, anders besta ik niet. Ik moet verschijnen, op tv, in de media, op internet (Marleen Stikker). Zonder avatar geen geest. Media faciliteren dit, een platform als Facebook pleegt geen censuur op theorieën als platte-aarde of anti-5G, omdat iedereen het recht op vrije meningsuiting heeft. Is de democratie de bijl aan de wortel van de beschaving? Behoeven we een elite die ons de feiten presenteert? Hoe gaat die elite geloofwaardigheid opeisen? Hoe hebben we hier kunnen geraken…
Maar de mens is ook consequent: hij blijft naar zondebokken zoeken. Waren het in de 14e eeuw de Joden, in de 17e eeuw de heksen en in de 20e eeuw de Joden weer; nu zijn het de illuminati: “verlichte” maar vooral puissant rijke en invloedrijke families die de wereld beheersen en de bevolking willen halveren. Zou de demonstrant bij zichzelf te rade gaan als hij wist dat hij hetzelfde deed al de afgelopen eeuwen: een schuldenaar zoeken? Hoe dichter we op elkaar zitten, hoe meer schuld we moeten afschuiven.