Op basis van notities van people.duke.edu/~jmoody77
Arendt. Chapter 6: The Vita Activa and the modern Age.
This chapter is a huge trip through the history of modern philosophy. In it, Arendt pulls together the pieces of what seemed like un-needed romantic views of the Greek world, and places it in a context of the rise of modern science, the concomitant rise of modern doubt, and thus of the 'subjective turn' — what we might now refer to as the problem of relativism, and combines with this move on the one hand in the world of science and philosophy, the accident of Christian morality (with a view that is explicitly related to Weber's on the Protestant Ethic) which held that LIFE itself, as opposed to LIVING a worthy, 'great', historic life, as Sartre put it 'living a good life and dying a good death’.
— Wetenschap, twijfel of onzekerheid, de subjectieve wending. Het probleem van relativisme, wetenschap en relativisme en christelijke moraliteit. Het leven znw, in tegenstelling tot leven ww.
The rise of science lead to the ability of people to first view the world from abstraction — from nowhere. (As opposed to seeing the world from the very anchored view of their position on the planet). This abstraction leads to a view of all elements of the world, including our relations with others, from a dis-embodied, 'world-alienated' position. The only thing left in this world, that we could trust or believe in, were the things we created ourselves. Our models of the universe, our tools, etc, allowed us to encapsulate the vastness of the world into our minds.
— Wetenschap bracht het perspectief vanuit het niets, abstractie, ipv in een christelijk perspectief. Abstractie levert een perspectief op dat los is van de wereld, met alle elementen in die wereld en onze onderlinge relaties. Wat we zelf hebben gemaakt is waar we in kunnen vertrouwen: modellen, instrumenten zijn middelen om de wereld te begrijpen.
The turn to Homo Feber - the worker was a turn toward the creation of our own hands, and elevated the world of work in the vita activa. This move was only a start, however, of the fall of action. For AT THE SAME TIME, there was a change in moral values associated with Christianity that saw Life itself as the key element. This lead us to a world of utility and a system of valuation that said something was valuable because it added to the greatest good -- the best (read longest) life. Thus instead of holding actions to 'the standard of greatness' we now look for life itself as the end, not the means.
We wenden ons tot de homo faber: de werkende mens, de makende mens, die de wereld van werk naar het vita activa brengt. Hiermee begint de neergang van “actie”. Want op hetzelfde moment veranderen christelijke morele waarden die het leven zelf als sleutelelement hielden. Dat bracht ons naar een wereld vol “utiliteit”, nut, en een verwant waardesysteem dat iets waardeert om de bijdrage aan het “grootste goed”: het beste (langste) leven. Dus in plaats van dat handelingen tegen een standaard van “greatness” worden gehouden is het leven zelf het doel en niet het middel.
—> haak aan: coronabeleid. Wat is de betekenis van het leven? QALY (quality adjusted life year) : https://www.medischcontact.nl/nieuws/laatste-nieuws/artikel/rvz-mensenleven-is-80.000-euro-per-jaar-waard.htm / https://nl.wikipedia.org/wiki/Quality-adjusted_life_year
[This has heavy Nietzche overtones -- that the Herd mentality is destroying of greatness].
— de Herd-mentality, oftewel een gemeenschappelijk sociaal bewegen waarbij individuele factoren minder wegen, oftewel een gemeenschappelijk gedragen kwaliteitscriterium in plaats van de individuele verantwoordelijkheid ervoor, creëert mediocriteit.
Hoe wordt een kudde of zwerm geleid? Wat is het verschil tussen een schaap, een koe of een spreeuw hierin? En waar brengt zo’n groep zichzelf? Wie is er de autoriteit? En welke rol ligt hier voor het opzoeken van genot (gratificatie) en het vermijden van pijn (sedatie). —> Rabbi Twersky: de kreeft en zijn pantser. De pijn van het groeien in een te klein pantser zet de kreeft aan tot het afwerpen van dat pantser en het maken van een nieuw, in plaats van in dat pantser, in tijden van stress, de sedatie op te zoeken. “Als kreeften dokters hadden groeiden ze niet maar kregen ze pillen.”
Als over het geheel nut en last moet worden verdeeld komen daar geen uitschieters meer uit voort. Het maaiveld-principe. Als er voor elke 250 studenten moet worden gezorgd betekent dat minder aandacht voor de uitblinkers omdat er relatief veel naar het “afval” moet. Afhankelijk van wat het “doel” is, welk ethische imperatief is beter? Neemt een herd-mentality de imperatief tot persoonlijke groei weg? Is opoffering, in de christelijke moraal, en het nastreven van gelijk(waardig)heid onder het sociale lichaam, beter dan op de schouders van anderen te staan? Hoe verhoudt zich dit tot pijn en genot?
World Alienation
Three events mark the start of the modern age:
- The discovery of America
- The Reformation.
- The invention of the Telescope, and Galileo's use of it.
All three of these events mark a move away from the “traditional world”. We now
- have a new map, and a world that no longer is bound. We now live in an earth-wide continuous whole.
- We are no longer bound to the traditions of the church for spiritual life. The two strands of the reformation either put salvation into the hands of each individual, or into an uncaring, pre-destination. And finally;
- we now see the world, our physical world first, from a point outside of ourselves. The rise of modern science gave us the ability to see the world from the vantage point of the universal.
The Archemidian point:
The phrase follows from Archemedes - he said that with a lever long enough, and the proper placement of the fulcrum, he could move the earth. The Arechemedian point is where the fulcrum to that lever would be — somewhere outside the earth itself, a non-place. Arendt uses it as an analogy for modern
science and the move to the universal.
Universal science means we see the world from the standpoint of mathematics — from a point that is universally valid. Ironically, the universal truths seen in math help to give rise to the subjective turn in Philosophy. This turn is best seen in Descartes — who's Meditations, by the way, should probably be required reading for anyone who wants to think about the social construction of reality. Descartes started out his meditations by asking what it was he could know with certainty. The answer was only that he himself was a thinking being. That everything else was possibly illusion. His (really unsatisfactory) solution to the problem of radical doubt was that God was good and wouldn't pull these kind of tricks on us (ok, that's a bit of a simplification, but we don't have time for a full review of the history of modern philosophy).
Descartes move gave rise to what Arendt calls the two nightmares of the modern age:
- That reality of the world and human life is doubted. Nothing can be known for certain.
- Heavily related is that we can't even trust our senses.
Both of these lead to an alienation from the world.
Paradoxically, the uncertainty of the life world has made promises more important — in some ways, we can't afford to lie anymore.
Introspection and the loss of common sense
The internal turn, the look into myself, as all I can know, lead to a decrease in the common sense — that which we could all share. All men can have in common is not a world of things that we share (which, after all, we can't even know exists), but only the similar structure of their minds.
The consequence of all the above was a reversal of the contemplative and the active life in the order of the vita activa. The rise of the experiment replaced observation, contemplation, with action, with doing things in the world. Under a world where our senses couldn't be trusted, in order to know, we have to do.
The victory of Homo Feber
This rise of doing, was key to letting the world of WORK, of DOING to make THINGS in the world rise to the top of the vita activa. Scientific progress followed from better tool making, i.e. better instruments. The problem with making as a world view was that it left out the unexpected.
— We moeten experimenteren om de wereld van de dingen te begrijpen, omdat we niet op ons gevoel of onze zintuigen kunnen vertrouwen. Wat we kunnen vertrouwen, waarop we kunnen vertrouwen dat werkelijk bestaat in de wereld openbaart zich slechts als we het op de proef stellen in het experiment of de activiteit van de onderzoeker. De zintuigen zijn niet voldoende om te begrijpen, observatie of contemplatie zijn onbetrouwbaar. Vita activa betekent een handelende manier van de wereld begrijpen. We ontwerpen hier gereedschap voor, instrumenten. Het probleem dat ontstaat is dat wat niet in het ontwerp van het instrument zit ook niet kan worden gemeten en zich dus ook niet manifesteert. In zekere zijn meten we slechts wat we willen zien en dat leidt tot een onvolledig beeld. Slechts toeval — of serendipiteit — brengt ons buiten onze verwachtingspatronen en levert werkelijk nieuwe kennis op.
The move to creation as an end in itself let process take over the product, which further alienated us from thinking and contemplation.
— Het ontwerpproces bepaalt in zekere zin welk product er aan het uiteinde verschijnt. Het erover nadenken, overwegen, mijmeren heeft hier geen plaats in. Kennisproductie geschiedt niet via het denken alleen maar moet getoetst worden, omdat vanuit de fundamentele onzekerheid over onze waarneming de subjectiviteit van die waarneming, die in het denken zelf ligt, in betrouwbaarheid wordt gepasseerd door de harde resultaten van het experiment met het juiste instrument.
The defeat of Homo Faber and the Rise of Happiness.
What we need to explain is not why our esteem for homo faber increased, but why laboring was given the highest esteem. Arendt says this happened very slowly, and followed from the focus on the process nature of making — that the product itself wasn't sufficient, we kept needing to improve the process.
To pull the last parts together:
The rise of animal laborans came due to the twofold influence of Christianity and the process of utility maximization. That what mattered was life itself, and that any process that benefitted the most on this dimension had to be the best. This is the short version of why homo faber was replaced with animal laborans, with one who best provides the necessities of life.
Animal laborans, het arbeidende wezen, houdt zich slechts bezig met de cyclische productie en onderhoud van het leven. Arbeid is wat de dag zijn sleur geeft. Het werk, dat de homo faber doet, is een lineaire activiteit die zich doorlopend blijft opbouwen. Je kunt het ook een oeuvre noemen, dat ontstaat parallel aan het telkens weer achter je computer gaan zitten, maar waar op termijn toegevoegde waarde in opgenomen wordt. Arbeid houdt ons in leven en is een voorwaarde voor werk. Uiteindelijk toont de mens zich in het handelen en spreken, wat de haarvaten van het werk zijn, dat bestaat op de fundamenten van de arbeid.
De stad is een kunstmatige omgeving waarin slechts door de mens gemaakte zaken worden toegelaten. De demarcatie is de stadswal. De kunstmatig in arbeid geproduceerde objecten zijn de basis voor dat stadsleven, waarin elk mens een acteur is, iemand die zich toont in zijn of haar handelen, daarmee vormgevend aan het doorlopend ontwikkelende werk dat rust op de sleur van de arbeid.
Like Weber, Arendt says we've lost the religious overtones to why we work so hard, but that the result is the same: we are disconnected and alienated from each other. This disconnected, combined with the now almost second nature functioning of jobholding society has left us without the capacity to act (or at least makes it very rare).
"It is quite conceivable that the modern age — which began with such an unprecedented and promising outburst of human activity — may end in the deadliest, most sterile passivity history has ever known." [p.322].
She's not entirely without hope (see p 323) but it's a fairly grim end.