Assaf Lev, een hardloper, doet onderzoek naar hoe een hardloper kan leren genieten van de pijn die het hardlopen (over grotere afstanden) tot gevolg heeft. Hij stelt dat hardlopen vooral als sociale activiteit werkt, waarbij pijn als door een groep gedragen beter te herkaderen is naar plezier.

Hij vergelijkt het met een ouder onderzoekt naar het kunnen leren genieten van marijuana. (Vanwaar die link?)

De dagelijkse hardloopronde moet via herkadering (of herprogrammering) tot plezier leiden. Pijn moet niet alleen prettig zijn (als bijvoorbeeld wat vooraf gaat aan een fit lichaam, ijdelheid) maar ook zinvol. Er is een moment in het hardlopen dat een breekpunt is: het lopen wordt gestaakt óf de loper gaat voor de afstand.

Lev gebruikt een etnografische methode: de hardloper wordt gezien als een “menstype”. Hij gaat “undercover” als onderzoeker door ook aan te sluiten bij sociale naborrels, verjaardagen en avondjes uit.  Hij bestudeerde “their unique vocabulary, experienced a variety of feelings and attitudes, became acquainted with an array of behaviors, participated in their conversations, and used the same gadgets and technologies they did, becoming part of their whole entity.” [794-795]. Ongestructureerde en spontane informele gesprekken waren een belangrijke bijdrage aan de strakke kaders van het onderzoeksonderwerp.

— Hier speelt Lev met de kaders van een onderzoek. Hij vindt het blijkbaar ook belangrijk om het onderzoek niet te strak in te kaderen of te isoleren. Etnografisch onderzoek is hierbij een kans om het te onderzoeken fenomeen in een sociale context te begrijpen in plaats van het eruit los te snijden en relevante interactie of feedback weg te filteren of te doen verdwijnen. “Require attention to the interview context and the relationship between participants beyond simply what they said.”

De onderzoeker schrijft feitelijk een sociaal hardloopdagboek waarbij hij naar zichzelf verwijst in de derde persoon.

Klein grapje:

“For most [freshmen], the first [lectures] are often perceived as an unpleasant phase. All the participants in this study reported that they did not feel any sense of ‘high’ during the first [lectures]. In fact, many of them pointed out that they hoped to be able to enjoy [science] soon, since at the present time it felt like, as one of the [freshmen] put it, ‘absolute torture’. What often kept them going was the belief that eventually the unpleasant sensations would transform, and they would start to enjoy [science] like other veteran [scientists/teachers] they knew.” [795]

“I must admit that I hate to [study]! I feel like my [brain] is going to fall apart during [studying]. What keeps me going is the fact that I know that there is a price you have to pay in the beginning and that means to suffer. I see so many [students] that suffered so much when they started to [study] and now it’s an integral part of their lives; so I’m optimistic.” — David, 47.

Hardlopers zijn fucking nazi’s.

“In this way, the lived experience during running sessions provides the runners ‘a conception of self that permeates their identity and being-in-the-world.’” — Dit is niet anders dan zelfverminking / -beschadiging. De “geleefde ervaring” is het bewustzijn van je eigen grenzen of contouren, die je bewijst met pijn.

(Ik vond het ook lezen als een soort seks-instructie,…: “you will find yourself starting to enjoy all your sensations.”) Seksuele of fysieke initiatieriten in een sekte, waarin de nieuwe of beangstigende ervaringen worden gebaggatelliseerd of juist worden aangemoedigd. Dat het normaal is pijn te hebben of het lichaam niet terug te herkennen. Al deze mechanismen zijn ook in dubieuze contexten te herkennen. Een grote rol voor peer-pressure en in dit geval ook nog eens niet unbiased?

Het zoeken naar ne begrijpen van prikkels lijkt ook sterk op het vinden van bevestiging in pijn, het verkennen van wat het lichaam kan met steeds meer of heviger experiment. Voor Lev is het ook nog eens relevant dat dit in een team gebeurt: de gemeenschap wordt hechter. Deze principes zijn ook in te zetten voor het vormen van een sekte of ideologische gemeenschap. Als de sensaties in kaart gebracht zijn kan er genavigeerd worden naar steeds nieuwe of sterkere prikkels, transgressies, bevrediging.

Maar hoe past dit bij het externaliseren van het lichaam, als het opzettelijk dualiseren van lichaam en geest? Getuigt dit van een soort inzicht of juist van een verwijderingsmechanisme in het kwantificeren van pijn als een signaal van progressie? Lev verwijst naar het lichaam in pijn als een “alien presence”. Treden zelfbeschadigers zo buiten zichzelf? Hoe zit het met fantoompijn, waar het lichaam(sdeel) er zelf niet is maar de pijn wel? Lev beschrijft dat via pijn het lichaam een waargenomen object in de wereld wordt (link met Leknes?) The body external —> Brother Ass. Een ambivalente houding naar dat lichaam als een beloner maar ook een straffer. Pijn wordt een vijand die verslagen moet worden.

“There is no pain that I’m not familiar with. Over the past three years I’ve participated in three marathons and experienced so much. I know that to feel your body all of a sudden so different can be spooky; but I promise you that after you learn about your body during running and become knowledgeable about what is involved, you will be super relaxed.” — is de ontspanning het gevolg van bredere kennis? Of een uitzwaai vanaf de homeostasis?

En soms wordt het lichaam zelfs een sociaal gebeuren, waarin lichaamsdelen aangesproken worden in de tweede persoon (zoals de onderzoeker dat in de derde persoon doet.)

Ook verwijst de onderzoeker naar filosofie, noemt het lichaam een “center for multi-meaning”. Dit lijkt allemaal een beetje gezocht en in deze context een excuus voor het uitschrijven van een hobbyervaring.

 

“In order to complete the transition to becoming a distance-runner, pain and bodily distress must be reframed into something significantly meaningful and pleasurable.” — het gaat allereerst om een grote afstand, en vervolgens moet je daarin geherprogrammeerd worden tot een masochist.

Als het lichaam alarmsignaaltjes afgeeft die je wijzen op een te grote uitzwaai van de homeostasis, hoe kun je die signalen dan niet als alarmerend opvatten maar als aankondiging van genot? Is het dat het contragewicht van die pijn dus extra groot wordt in genot? “What previously was perceived as horrible must be transformed into something pleasant and desireable.” Wat is dan onze default-positie? En hoe zijn we daarvan afgedwaald.

“Being immersed in the team provides novice runners with the opportunity to redefine their stiff muscles and to begin to perceive them as something positive.” — hersenspoeling?

“I guess a stranger will never get it.”

“Not all pain is bad. There is also good pain. If you want to be a real distance-runner, you should know that. Look at all the runners here on the team. Everyone is in pain, but they learn how to deal with it. Don’t be spoiled; you must run the pain. You will feel better after.” Pijn is fijn?

Aanstellers die heel erg afhankelijk zijn van de goedkeuring? Een peloton maakt dat je beter presteert omdat je denkt dat je eigen standaarden te laag zijn? Welke psychologische concepten verklaren dit?

“Experiencing the ‘high’, as described above, requires time devoted to being socially interactive with the trained runners on the team.” — Dus je moet niet alleen pijn leuk leren vinden, maar dat ook allemaal willen investeren om uiteindelijk die ‘high’ te krijgen. De belofte van de ‘high’, een soort verlichte staat, is wat de argeloze burger in de greep van de hardlopers dwingt.

Lev verwijst naar Erving Goffman, Anthony Giddens en Maurice Merleau-Ponty (daarmee wordt het bijna interdisciplinair) maar een beetje uit de lucht gegrepen. Dat lijkt op cherrypicking.

“it cannot happen in a vacuum – without a process of reframing…” zoals kennisproductie en wetenschap niet in een vacuüm bestaan maar van van alles afhankelijk zijn. Die sociale component is ook in de Latouriaanse analyse van wetenschap in actie essentieel. Zonder verbinding gebeurt er niks. “Persistence is required”, maar hoe kom je daaraan?