Geïnspireerd door een bezoek aan de inmiddels ter ziele zijnde dans- en theatergroep Dogtroep, To be or not to be in 2008 op het NDSM-terrein in Amsterdam Noord, wil ik de kans aangrijpen om locatietheater en -dans in een lessenserie te betrekken. Hiervoor wil ik dansen en bewegen als thema aangrijpen om een begrip van de ontwikkeling van het dansen te schetsen aan de leerlingen. Idealiter baseer ik dit op de recente aandacht voor klassieke dans in Darren Aronofsky's Black Swan. (Al is dat al een stuk minder recent voor hen dan voor mij, gevoelsmatig gesproken). Ik moet tot mijn spijt erkennen dat ik zelf nooit een volledige uitvoering van Het Zwanenmeer heb bijgewoond. Echter, na Black Swan en de hernieuwde interesse in de klassieke dans denk ik dat een lesplan op basis van de algemene kennis over klassiek ballet en klassieke dans in vergelijking met moderne dans a la Stomp een interessant lesplan kan opleveren.
 
Materiaal dat hiervoor gebruikt kan worden zijn
  • West Side Story, de film (Robbins & Wise, 1961)
  • Stomp Out Loud (Luke Cresswell, Steve McNicholas, 1997)
  • Black Swan, de film (Darren Aronofsky, 2010)
Kennis van kunst en cultuur
 
Voor de kennis van kunst en cultuur baseer ik me op de lijn die uitgezet is aan de hand van het bronmateriaal. Het gaat over dans en over beweging, maar ook over muziek of geluid dat bij die dans komt kijken. We beginnen bij West Side Story, een belangrijke musical voor het begrip van moderne dans. Een stukje noodzakelijk repertoire, me dunkt. We bekijken de openingsscene waarin beweging, muziek en ritme in een bijzondere vorm samenkomen. Hier komen ook attributen bij kijken die we later terug zullen zien bij Stomp. Het principe van beweging is gebaseerd op het klassieke ballet: de regels voor het bewegen die in de moderne dans worden getart. De verschuivende rol van muziek is ook een aandachtspunt: bij het klassieke ballet (Black Swan) wordt gedanst op muziek, bij West Side Story ondersteunt de muziek het verhaal en de bewegingen (veel meer als een soundtrack zoals je die ook in tekenfilms ziet) en bij Stomp is muziek het resultaat van bewegen. Dit laatste begint in West Side Story al door te klinken: het geknip met de vingers en het gestuiter met de bal leidt tot ritmes, het gedrag van de jongens lijkt op primitieve bewegingen van oermensen of aapachtigen dat weer vergelijkbaar is met de zwaanachtige bewegingen van de Odette, het sierlijke en gracieuze van de vogel tegenover het primitieve van de Jets en de Sharks, de aapachtige hangjongens in de Upper West Side. In een culminatie van de twee is er dan dus Stomp: muziek uit dans in een vloeiende synthese van de twee.
 
Dit materiaal draagt bij aan repertoirekennis en geeft inzicht in de ontwikkeling van dans als bewegingskunst op muziek en muziek als resultaat van dans, met een tussenstap waarin muziek en dans samenlopen op een compositie: spannende muziek en spannend gedrag.
 
Praktische activiteiten: ckv
 
Als ckv-opdracht wil ik gaan kijken naar beweging vanuit het standpunt van de fotografie. Nationaal Ballet-danser Tamás Nagy dient als inspiratie: hij maakt foto's van zijn collega's in dansposes. Black Swan moet hier ook inspiratie voor geven: hoe brengen we bewegingen in stilstand op een dynamische manier over. Het weergeven van dynamiek is dus de opdracht. Daarvoor moeten bewegende mensen worden vastgelegd op de foto. De klas gaat onderzoeken hoe die beweging zich terugvertaalt naar één stilstaand moment, hoe je daarbij met gebruik van kadrering dynamiek kunt suggereren. Dynamiek laat zich met geluid makkelijk weergeven, maar hoe doe je dat zonder dat hulpmiddel?
 
Een alternatieve opdracht luidt: ontwerp een choreografie die muziek maakt. Hoe laat je uit beweging geluid voortkomen? Ter illustratie demonstreer ik de theremin: een muziekinstrument dat beweging direct omzet in geluid. De choreografie moet uitvoerbaar zijn in een bepaalde omgeving, a la locatietheater. Dit moet geregistreerd worden in een filmpje van ongeveer 3 minuten wat in het kunstdossier wordt opgenomen. 
 
Praktische activiteiten: kua
 
Voor de verdieping gaan we in op de ontwikkeling van dans en muziek en hoe de twee samengaan. Van de strakke regels zoals die gelden in het klassiek ballet is een beweging naar veel meer vrijheid waar te nemen, doorheen de geschiedenis van dans. We analyseren de bewegingen in het klassieke ballet, de regels en het rigide leefpatroon van de balletdansers zoals dat klassiek verantwoord heet en vergelijken dit met de bewegingen van de dansers in West Side Story. Er zijn nog altijd klassieke bewegingen maar die worden vrijer ingezet en geïnterpreteerd in een stedelijke context. Bewegingen zijn niet meer op zichzelf staand, maar passen in een grotere beweging in een grotere omgeving. Het toneel is de stad geworden, bewegingen als worpen en sprintjes worden opgenomen in de choreografie, die daarmee een stuk vrijer wordt. In het laatste voorbeeld, Stomp, is dans een manier om geluid te maken. Muziek is er niet meer ter begeleiding van in meer of mindere mate gebonden bewegingspatronen, maar het is het resultaat van vrij bewegen in een omgeving die als muziekinstrument dient. De opdracht voor de KUA'ers is te onderzoeken hoe de bewegingen zich ontwikkelen en hoe die zich verhouden tot muziek. Naar aanleiding van de voortzettende lijn klassiek ballet - West Side Story - Stomp gaat de klas onderzoeken hoe dans er over 25 jaar uit zou kunnen zien. Daarvoor moeten ze zich baseren op de literatuur, de regels van het ballet en de nieuwe mores van beweging. Wat is dans nog over 25 jaar? Zijn er helemaal geen regels meer of vallen we terug in een soort mechanistisch bewegen a la Triadisch ballet? De kunsthistorische verdieping zit in deze reflectie op beweging in kunst van het klassieke ballet via het begin van de 20e eeuw (beweging in Marinetti's futurisme en Schlemmer's choreografie) en dat af te zetten tegen het heden, via het scharnierpunt West Side Story. De concrete opdracht: ontwerp een ballet voor in 2040. Hou hierbij rekening met de rol van beweging in de maatschappij en hoe dat zich verhoudt tot muziek. Onderzoek moderne manieren van dans, van chiptunes, pogo en robot naar bubbling, break dance en jumpstyle. Hoe verhouden muziek en beweging zich tot elkaar? Hoe beïnvloeden ze elkaar en hoe is dat over 25 jaar?
 
Reflectie
 
Bij het uitvoeren van de opdracht moet continu heen en weer geschakeld worden tussen bronmateriaal, eigen inspiratie en het ontwerpproces. Voor de ckv'ers betekent het zoeken naar beweging in stilstand en/of muziek in beweging. Door het eigen lichaam in te zetten wordt er actief geleerd op een sensomotorische manier. De leerprocessen van de kua'ers gaan veel meer over theoretische kennis en het creëren van inzicht. Wat is dans, wat was het en wat gaat het worden (een procedurele benadering afgekeken van Van Heusden's Cultuur in de Spiegel). Het procedurele aspect, waarin reflectie besloten ligt, moet ook voortkomen uit de continue terugkoppeling naar de geschiedenis en de prognose waartoe ik de leerlingen uitdaag. Wat ze oppikken en leren blijkt uit waar ze uiteindelijk mee op de proppen komen. Wat ze er dan zelf van vinden kan via peer-feedback gebeuren, zoeken naar parallellen en verschillen en het verklaren of onderbouwen ervan.