Pál Adrienn, Pathe 1, 28 01 2011, 13:00

Piroska is iets kwijt. Ze is verpleegster op de terminale afdeling van een ziekenhuis in Boedapest en dat lijkt zijn weerslag te hebben gehad op haar humeur. Ze doorloopt haar dagelijkse routine in apathie. In opdracht van manlief, die paradoxaal genoeg in de kunstmatige inseminatie zit en dus in leven handelt, probeert ze haar overgewicht wat te temperen, want Piroska is dik. En dat is ze niet altijd geweest, zo lijken haar oude bekenden zich te herinneren. Haar overgewicht lijkt in schrik contrast te staan met haar gemoedstoestand, al kan het ook een logisch gevolg zijn. Regisseuse Ágnes Kocsis wilde maar even aangeven dat dikke mensen echt niet altijd jolig zijn, zo vertelt ze in de Q&A.

Piroska komt tot leven als ze bang is dat haar oude hartsvriendin terminaal is. Dat blijkt gelukkig loos alarm, maar er is wel een belletje gaan rinkelen, en Piroska gaat op zoek. Ze doorloopt een Odyssee-achtig avontuur dat zowel naar buiten als naar binnen grenzen overschrijdt. Pál Adrienn, de titel van de film en de naam van Piroska's eens-hartsvriendin met het paarse vlecht in haar haar, is een McGuffin. Ja ik zal het maar verklappen, we zien haar niet, we horen haar niet, maar uiteindelijk is het misschien niet Adrienn die Piroska zoekt, of vindt... Dergelijke zoektochten in de sfeer van de coming of age zijn ons niet onbekend. Dat in combinatie met de schijnbaar Hongaarse traagheid die we kennen van Tárr Béla (Sátántángo, Kárhozat, Werckmeister Harmoniak) schrikt veel bioscoopbezoekers af. Onterecht natuurlijk, want er wordt genoeg spannends gemaakt in Hongarije. Anne Noordzij wil echter niet meer naar Hongarije op vakantie, als het land aaneenhangt van dergelijke triestigheid, aldus verlicht zij de wereld via Twitter. Jammer Anne, want je ziet praktisch niets van de schoonheid van Boedapest, waar Piroska werkt, of het moet de enorme roltrap op metrostation Kossúth Tér zijn. Als dit Anne Noordzij al afschrikt, wat moet ze dan niet van Tárr denken? Laten we hopen dat zij hiervoor bespaard blijft.

Nu we het er toch over hebben,... waarom is Boedapest inderdaad niet in the picture? Piroska's leven ligt duidelijk niet op straat. Het blijft grotendeels beperkt tot de muren van het huis van haar en haar vriend, die meer tijd aan zijn modeltreintjes besteedt dan aan zijn vrouw, zo lijkt het. (Desalniettemin is zijn serie voicemails vertederend.) Piroska leert gaandeweg buiten haar spreekwoordelijke oevers te treden, de muren neer te halen en het buiten opnieuw te leren kennen. Naar het einde van de film wandelt Piroska door de rauwe Hongaarse natuur die het dorp Feketekút (Zwarte Bron) van het huis van een belangrijke schakel in de zoektocht naar Adrienn scheidt, en hervindt zij zich in de open lucht. Haar reis leert haar aldus ook iets over haarzelf en heelt haar innerlijke droevenis, die ze bleef sussen met zoet gebak, koekjes en chocola met extra suiker. Ironisch genoeg leidt haar fysieke reis uiteindelijk nergens heen, wat ik wel aan zag komen, maar in de deadpan van Ágnes Kocsis blijft het grappig. Dat brengt me bij de parallellen met Aki Kaurismäki, de Finse deadpan grootmeester. De literatuur leert dat Kocsis wordt gezien als een Kaurismäki-adept, wat niet meer te ontkennen is na een meesterlijke scène in een karaoke-bar. Onder de snerpende tonen van 'Island in the stream' ontmoet Piroska een oude minnaar. Uitdrukkingen zijn er nauwelijks en de camera voert bijna onnozel langs de menselijke tragedie die zich concentreert op de paar vierkante meter van de bar. Dit is werkelijk het hoogtepunt van de film en benadrukt de hand van Kocsis. Tevens is het een indicatie voor welke kant ze op gaat, me dunkt, want in 2006 heb ik ook haar vorige lange feature gezien: Friss Levegő (Fresh Air). De humor is nu wat meer naar de oppervlakte, hoewel nog steeds genadeloos deadpan. Je moet er van houden, denk ik. Ik hou er wel van. De kleine dingetjes: Kismadár van Szécsi Pál, vrolijke liftmuziek en de houterigheid van de menselijke interactie. De treintjes, het schansspringen en de valse herinneringen. In de Q&A stelde Kocsis geïnteresseerd te zijn in de werking van het geheugen. Zo lijkt het verleden meerdere gezichten te hebben, afhangende van de persoon met wie ze herinneringen ophaalt. Dingen zijn niet altijd wat ze geweest zijn, en ik heb zelfs even getwijfeld aan het bestaan van Adrienn. Maar als de resolutie zich uiteindelijk, onverwacht, aandient, lijkt dat toch niet de oplossing voor Piroska en haar existentiële crisis. Maar zoals ik al zei in de aftrap, Adrienn is de McGuffin. Ze stuurt Piroska het bos in om er als een nieuw mens uit te komen, zonder onstilbare honger naar gebak en met nieuwe spirit.

Qarantina, Pathé 4, 28 01 2011 16:30

Irakees fijnzinnig drama, staat er in de catalogus. Het betreft het verhaal van een gezin in Bagdad dat tegen wil en dank een vreemdeling dient te huisvesten in de bovenverdieping. Een vreemdeling die, naar zo later blijkt, familie is maar verder weinig gemeen heeft met het gezin. Hij blijkt een koude moordenaar te zijn die werkt in opdracht van een Man in een Pak. Dochter Meriam heeft een probleem wat haar stomslaat, moeder verkoopt zichzelf, vader lijdt en zoonlief treedt in de schoenen van de geheimzinnige logé. Althans, dat lijkt zo, maar gelukkig is zoonlief niet van plan om dezelfde vergissingen te maken. Zoonlief steelt mijns inziens de show, al kan ik me voorstellen dat het publiek wegloopt met de getormenteerde Meriam, die voor het leven vervloekt zal zijn. Ik vraag me af of het Iraakse publiek de scheiding tussen feit en fictie ook kan leggen, of is dat een te chauvinistisch uitgangspunt? Zo ja, dan ben ik als de Amerikanen die door Bagdad rijden, in hun pantservoertuig annex cocon, afgeschermd van het echte leven in de stad. Een leven dat, volgens de film, niet is wat de westerse media ervan maken. De kleine jongen ambieert een opleiding en ziet zich genoodzaakt een nieuw wiskundeboek te kopen als de onhebbelijke logé zijn oude boek verbrand. Wat wil hij ermee bereiken? Een gelijksoortig akelig lot als hemzelf beschoren was? Cruciale vergissingen maken? Een opleiding is belangrijk, dat maakt de regisseur meer dan duidelijk. Een duidelijke moraal tegen een politiek beladen achtergrond. Overigens lijkt het geweld in de stad grotendeels aan de familie voorbij te gaan. Het is een vast onderdeel van de dagelijkse routine geworden. Het deed me denken aan Walk on Water, over Israël en de lijdzame houding die in de film werd aangenomen ten opzichte van bomaanslagen. Een enkele keer zien we het Bagdadse straatbeeld over de loop van iets wat op een kanon lijkt, voor extra nadruk op het politieke aspect.

Goed, het plot verder daargelaten moet ik zeggen dat ik verrast was door de moderne look en feel van de film. De eerste scène voelt veelbelovend aan, met een geweldige ontwakende hoofdrolspeler. Ik denk dat wakker worden één van de moeilijkste dingen is om te acteren, maar de acteur in kwestie is zeer overtuigend. Zijn tragedie staat op zijn gezicht geschreven. Helaas verliest dat gedurende de film wat aan kracht. Deze meneer heeft een westerse uitstraling, met zijn jeans en zijn gemilimeterde haar. De familie op de begane grond oogt nog erg traditioneel, wat wordtbenadrukt door de vader, Salih, die erop staat dat de dames hun blote hoofd onttrekken aan het zicht middels een sjaal.

Moderne filmvoorzieningen zijn er niet in Irak, zo blijkt uit de Q&A met cameraman Osama Rasheed, broer van de regisseur Oday. Tussen 1991 en 2003 zijn er in Irak sowieso geen films gemaakt, en nu is de oogst nog altijd erg mager. Het geheel is digitaal geschoten en is technisch prima in orde. Hiervoor is de steun nodig geweest van het Hubert Bals Fonds, alsmede een samenwerking met een Berliner Lab. Zodoende hadden de makers slecht zich op het eindresultaat, omdat het materiaal op provisorische methode heen en weer moest gaan tussen lab en regisseur. Oday Rasheed was op het moment van screening bezig met het organiseren van een openbare vertoning van de film in Bagdad. Mijn idee van het land was dat het een conservatieve kijk op film zou hebben, maar als openbare vertoning van Qarantina mogelijk is, is het vele malen vooruitstrevender dan verwacht.

De film flirt met westerse cinema en hopelijk zet regisseur Rasheed hiermee een golfbeweging in Iraakse cinema in gang. Niet dat het allemaal geënt moet zijn op het westen, maar het is dus wel mogelijk om een film te maken in een filmcultuurarm land als Irak.

Utopia, Lantaren Venster 4, 28 01 2011 19:45

Utopia is een verzamelprogramma van 3 korte films over architectuur: The Future Will Not Be Capitalist, Oh en Triptiek: Beelden van een Koninkrijk. De zaal zit stampvol babyboomers die elkaar allemaal lijken te kennen. Onder hen is een zekere Thomas die veelvuldig gefeliciteerd wordt door deze grijzaards. Zou het een familieaangelegenheid zijn? Hoe het ook zij, het publiek is vriendelijk, al voel ik me alsof ik een bruiloftsjubileum crash voor de gratis taart. Van taart is geen sprake, wel kijken we met zijn allen naar films. Dat is een goede camouflage voor mij, eenling in een donkere ruimte tussen vreemdelingen. Het staat mij toe in mijn autistische cocon te blijven zitten en niet te hoeven interacteren met mensen die me niet interesseren. Wie kan de éne babyboomer ook van de andere onderscheiden... Ze lachen allemaal om schapen en uniforme nieuwbouweenheidsworst met zwangere vrouwen, kinderwagens en baksteenwoestijnen. Want dat is er te zien in de hoofdfeature waarvoor 90% van het publiek is uitgenodigd. Onder de gasten ontwaar ik bovendien Jan de Wit van het Nederlands Film Festival en Karel Doing, over wie ik nog eens een korte docu heb gemaakt in samenwerking met Arno Volkers.

De eerste film van het drieluik is een ontzettend matig portret van een gebouw van een architect in Parijs, waar heden ten dage de Communistische Partij van Frankrijk in gehuisvest is. Er ratelt een onverdraaglijke voice-over van een Engels sprekende Fransoos, ietwat te laag gepitcht omwille van de herkenbaarheid lijkt me, want met zo'n stukje werk wil je niet op de CV lopen. De film was te lang en te saai en ook de rest van het geluid was tergend: zo nu en dan was er gewoon niks. Hoe komt dit in vredesnaam op het festival terecht...

De tweede film is een zwart-witte computeranimatie die de lof zingt op het ontwerp voor een monument ter ere van Isaac Newton, van megalomane architect Boullée. De animatie bestaat uit 2 shots die hypnotiserend zijn door de lange duur en de soundtrack. Ik was werkelijk de omgeving even kwijt in halverwege het tweede shot. Had eventueel langer mogen duren.

De derde film is de main feature, met bijna een uur aan speelduur, van regisseursduo Paul van den Wildenberg en Jan Ketelaars over het Nederlandse koninkrijk en haar typisch platte eigenaardigheden. Plat moet hier in de breedste en meest ambigue zin van het woord worden gezien. 3 locaties, niet bij naam genoemd maar wel met coördinaten, zijn de hoofdrolspelers in dit zwijgende registrerende stuk docu. Het lijkt saau, maar de shots zijn eigenlijk nog wat aan de korte kant (zeker na Pál Adrienn) en er zit een gezonde dosis flauwe humor in, die de droogheid van de Hollandse mens illustreert.

Underworlds, Lantaren Venster 3, 29 01 2011 11:30

Een samengesteld programma van 2 films van bijna een uur die elk een interpretatie van een onderwereld beschrijven. De eerste is
'Alice in the Underworld: The Dark Märchen Show' gebaseerd op Alice in Wonderland, door de lens van een gothic theatergezelschap, dat opgedirkt in groteske kostuums en make-up een avantgardistische victoriaanse setting bewoont. De gehele film wordt begeleid door een stemmig droevige soundtrack op piano en viool, zo hier en daar onderbroken met titelplaten die de dialogen voorstellen. Prinses Rose ontneemt zichzelf, iut onvrede over het lot van de mensheid in een postindustrieel landschap, het gezichtsvermogen door eigenhandig het mes in haar oogkassen te boren, tot groot verdriet van haar partner, prins Guill. In de volgende akte verdwaalt de kleine Alice, een kleine oude dwerg met lang zwart haar en een blauw jurkje, in de onderwereld en loopt ze tegen haar handjevol inwoners. Deze zijn, in navolging van de prinses, niet meer geïnteresseerd in de mensen die in de bovenwereld leven. Ze lijken echter een soort goddelijke status te bekleden en leven van de dromen van mensen. Alice weet met vertederende goocheltrucs en een hartverscheurend levensverhaal de prinses haar ogen te openen en nodigt ze uit voor een teaparty bovengronds. En zo helpt Alice haar nieuwe en enige vrienden weer om zeep. Dat is het droeve einde van een groteske vertoning. Maar toch is het een interessant stuk waarin kosten nog moeite gespaard zijn om de artdirection zo compleet en overtuigend mogelijk te maken. Wat ook positief opvalt zijn de animatiesequenties waarin Victoriaanse illustraties tot leven komen. De boodschap is duidelijk: industrualisatie is de duivel en heeft de mensheid gecorrumpeerd tot massamoordenaars en tirannen. Maar wat verwacht je anders van een gothic gezelschap?

De tweede film is een werk waar veel bloed zweet en tranen in heeft gezeten. De Japanse animatie Midori-ko trapt af met het verzoek aan de sterren van een kleine aspirant-vegetariër om meegenomen te worden naar het land van de groenten. Vervolgens begint een onbegrijpelijke reis door een wereld die ik nog het meest vond lijken op het universum van Chihiro in Spirited Away van Hayao Miyazaki. Vijf personages die de Vijf Zintuigen voorstellen zien een mysterieus object voor hun huis uit de hemel storten, dat uitgroeit tot een plant en vervolgens een pit uitspuugt, die er vandoor stuitert en in het vertrek van een meisje terecht komt. Het meisje handelt in groenten die niet erg populair zijn en is terloops ook nog bezig met een wetenschappelijk onderzoek. Dan komt de pit in haar leven, die uitgroeit tot een groentebaby en haar het leven zuur begint te maken, niet in de laatste plaats omdat iedereen in het pand de baby er nogal appetijtelijk uit vindt zien en er zijn tanden in wil zetten.

De animatie is wat rusteloos in houtskool geschetst, alles blijft continu bewegen en dat is niet altijd goed voor begrip van wat er nu eigenlijk gebeurt. Maar wellicht is een groot deel daarvan te wijten aan mijn relatieve onkunde van het Japanse allegorische systeem, want daar lijkt het nog het meest van weg te hebben. De vraag is wat de boodschap dan precies moet zijn, of dat het daadwerkelijk enkel een weergave is van een droom van onpeilbare raadselachtigheid. Ondanks mijn onbegrip is de film heel goed verteerbaar, mede dankzij de subtiele doch effectieve visuele grapjes, zeker waar het het kind aangaat.

Tiger Shorts, Varia, 29 01 2011 xx:xx

Door de dag heen bezoek ik 3 samengestelde voorstellingen van korte films die meedingen naar een Tiger Award. Helaas valt niet alles even goed in de smaak, maar toch een volledig overzicht.

Versions is de kortste maar ook de sterkste korte film van de dag. In deze korte hoorcollege-achtige animatie wordt het auteursrecht en originaliteit bestudeerd. Dat is een kolfje naar mijn hand, en direct hoor ik Zizek en Derrida door mijn hoofd echoën. Wat is echt en wat is origineel is de vraag. En misschien is het wel belangrijker om ons af te vragen wat het belang van beide is. De film is gratis online te zien en ik zou de tekst nog eens los moeten lezen om een beter begrip van Oliver Laric's opvattingen te vormen, want luisterend naar de Engelse voice-over betrap ik mezelf erop dat ik niet altijd de rode draad kan volgen.

Jan Villa is een ontoegankelijk ego-project van de Indiase Natasha Mendonca, die in 2005 haar leven omgekeerd zag worden dankzij overstromingen in haar thuishaven Mombay. Wat het publiek te zien en te horen krijgt kan moeilijk van betekenis worden voorzien, vanwege het ontbreken van de benodigde achtergrondkennis. De film duurt daarom ook te lang en lijkt zich nergens toe te ontwikkelen. Wat er verteld wordt duurt te lang en heeft geen clou voor een argeloze Hollandse zaalzitter en ik vraag me dan ook af waarom ik ernaar moet kijken. Demomstratief heeft de filmmaker zich onthouden van enig verklarend commentaar, zo zegt ze in de Q&A. Wat moet ik er dan mee?

I Lupi is Italiaans voor 'de wolven'. De wolven zijn criminelen. Ze breken in in huizen in de drie maanden dat het mistseizoen Noord-Italië beheerst. De beelden zijn uiterst summier en obscuur maar raken de juiste toon, als visuele ondersteuning van een Italiaanse voice-over die de mythe van I Lupi vertelt. Deze wolven zijn ambachtslieden, verschuilen zich in de mistige nacht. Ze zijn al wat ouder, tussen de 40 en de 70, en hebben geen werk. Ze zijn geboren voor het dievenvak. Het verhaal en de beelden zijn fascinerend en doen de kijker zoeken naar silhouetten en lichten in de dichte mist. Wat alles nog beter maakt is de mythevorming waarvan de regisseur zich bedient. Als een ware capo hult hij zijn werk in mysteriën en zogenaamde authenticiteit. Of ze echt bestaan, en of deze lupi de echte waren, daar krijgen we slechts geconstrueerde antwoorden op. Een heerlijk vormvast en narratief geheel.

Het eerste blokje wordt afgesloten met Out, een Israëlische documentaire over twee vrouwen die elkaar aan het einde van de film ontmoeten in een duiveluitdrijvingsritueel onder het mom van BDSM, of vice versa. De duivel is rechts politicus Lieberman. Het eerste stuk van de film is saai met teveel en te lang 'talking heads'. Het sluit af met de uitdrijving in de woonkamer van één van de vrouwen, die qua karakter totaal niet op elkaar lijken. Een iets te lang doch interessant verhaal, maar de fysieke pertinentie van het feitelijke ritueel hoeft niet per se van mij.

Lubaben, waarmee het tweede blokje start, is een combinatie van op twee locaties gedraaide werken van een afwijkend genre. In Parijs zoekt een Wit-Russische een plaats om te slapen. Ze raakt in gesprek met een wat wereldvreemde man in een tuinbroek. De andere kant van het werk is een handheld reportage uit Wit-Rusland, waar niet alles goed lijkt te gaan. De dialogen in Parijs zijn ondertiteld, zo begrijpt het publiek wat er gezegd wordt, maar de Parijzenaar en de Wit-Russin begrijpen elkaar niet altijd. De communicatie verloopt stroef. De reportage is niet voorzien van ondertitels en doet het publiek raden naar wat er zich afspeelt. Het lijkt een wat gemakkelijke keuze om een mini-roadmovie te doorsnijden met een in alle opzichten verschillende reportage. Alsof we naar de gedachten van het meisje kijken, maar toch ook niet, omdat de twee werelden zover uit elkaar liggen. Het geheel wordt er alleen maar langer van, helaas.

The Story of Elfranko Wessels is duidelijk een autonoom product van twee in zichzelf gekeerde kunstenaars. Technisch gezien is het een interessant werk, omdat een interview met de Zuid-Afrikaanse immigrant Elfranko wordt omgezet in een lied, en zo wordt het geheel een musical van een kwartier. Elfranko's verhaal is op zich niet zo schokkend, weet ook de interviewster tijdens de Q&A. Rechtvaardiging van het onderwerp vindt hier ook niet plaats. Zie het als een experiment in montage en geluidsnabewerking. Wie weet volgt er meer.

A History of Mutual Respect lijkt voor een geschiedenis van lijzigheid. Twee vrienden in Brazilië zoeken naar schoonheid (beauty aswell as cleanliness) in de jungle. Met hun westerse bloed corrumperen ze een smetteloze inheems meisje dat ze mee naar huis willen nemen als ware zij een souvenir. Het illustreert de menselijke neiging om alles aan te raken en in stront te veranderen. De jongens verwijderen zich van elkaar maar blijven op dezelfde lijzige manier dure dialogen uitwisselen, in een sfeer van volstrekte onverschilligheid. Het regisseurs- en acteursduo doet nogal duur over hun project, dat heel goed uit de verf is gekomen ondanks de lijzigheid. Vooral het geluid is bijzonder sterk en de dialogen zijn heel verstaanbaar, als ware het nagesynchroniseerd. Toch lijken de heren mij te jong en met beschikking over teveel geld en resources, maar dat kan ook mijn eigen afgunst zijn.

Mirages is een documentaire over een nep-Irakees dorp in de Califnorische woestijn, waar expats-to-be kunnen oefenen en kunnen ruiken aan hun nieuwe thuisbasis. Het heeft een groteske nepheid over zich, en toch is het allemaal echt. Tot de laatste interviewee, een jongeman die zich entertainer noemt en deel uitmaakt van het rollenspel tussen Amerikanen en Irakese moslims, heeft alles de schijn van oprechtheid mee. Helaas is deze laatste geportretteerde iets te vurig in zijn stelling "I love being here, it's like being in a movie." Ze zeggen het allemaal. Het dorp is overcompleet en authentiek: een hyperrealiteit. De ramen, zo zegt de regisseur in Q&A, zijn precies televisiescherm-formaat. Het is entertainment, deze oefeningsslagvelden waar echte amputees worden ingezet om bombardementen tot in detail te simuleren. Ook de acteurs op locatie lijken het oog op de werkelijkheid te verliezen en verdwalen in hun eigen film. Sterk document.

Home Movie, is de Engelse titel, maar John Price doet graag duur en noemt het domashnyee-kino, in goede pretentieuze Cyrillische traditie. En over die pretenties kan ik meepraten. De film is een aaneenschakeling van filmstockexperimenten, registraties van het thuis van de regisseur. Qua inhoud lijkt het op Jan Villa, maar qua vorm is het veel interessanter. Alles dat fout gaat is ook een succes in het geknoei met oude filmstock door Price. Hij lijkt er zelf ook van versteld te staan dat Rotterdam zijn bewegende behang wil vertonen. Dergelijke experimenten zijn leuk voor de maker, weet ik ook uit ervaring, maar om er nu een klein half uur volslagen vreemden mee lastig te vallen... Toegegeven, het geeft een intrigerende draai aan het fenomeen 'herinnering', ook met behulp van het audio, en het materiaal leent zich uitstekend voor vertoning, maar het is wel saai.

Toen These Hammes Don't Hurt Us ook een experimentele kant op leek te gaan, maar dan wel de lelijke digitale kant, heb ik mij onttrokken aan verdere frustraties en ben richting huis gegaan. Nog even genoten van de visuele pracht van metrostation Wilhelminaplein, en thuis lekker andijviestamppot met worst op. Dat verkies ik toch boven experimentele films.

Studien zum Untergang des Abendslands, Lantaren Venster 2, 29 01 2011 18:00

Klaus Wyborny komt zijn 80 minuten lange super8 videoclip, op geïmproviseerde artisanale pianomuziek en wat atonaal werk van onder meer Arnold Schönberg, zelf introduceren en afsluiten. Veel oudere mensen hier die een lekker rustgevend stukje film verwachten. Elke pianoslag of vioolstrijk leidt tot een nieuw frame van menselijke bouwwerken, industrie of een sporadisch tropisch eiland. Te kort voor een feest van herkenning en in zijn geheel te lang om het experiment te waarderen. Wat dat betreft valt dit in de categorie 'home movie', en had het beter in Wyborny's kelder kunnen blijven liggen. Het resultaat is dan ook dat gedurende de film steeds meer mensen zich naar de uitgangen spoeden. Ik wacht nog even op de Q&A want ik ben toch wel benieuwd naar hoe Wyborny dit veel te lange monster wil rechtvaardigen. Misschien kan ik de oude grijsaard zelfs een kritische vraag toesteken. Maar als het kwaad eenmaal geschied is, blijkt meneer Wyborny vertederend nerveus en zie ik af van kritiek. Hij zegt zelf nooit te hebben gedacht dat er ooit een publiek naar Studien zou kijken, en misschien was het beter tot zijn recht gekomen in een museum waar je kunt kijken zo lang je wilt en vervolgens kunt doorlopen. In de zaal hebben we die keuze echter niet. Ik ben blij dat ik niet €9,50 heb betaald voor een kaartje.

Hinter Diesen Bergen, Pathé 5, 30 01 2011 12:45

"Een verstikkende deken van verveling hangt over het Zwitserse stadje waar de vriendinnen Heidi en Milena leven," luidt het praatje in de catalogus. direct trek ik de parallel met die andere Duitstalige (mja, Zwitsers, retroromaans) film van Ulrich Seidl: Hundstage. Ik verheug me erop om deze meiden zich dood te zien vervelen en ondertussen hemeltergende ellende door te maken omdat ze zo ongevoelig zijn geworden voor de nuances van de werkelijkheid. Maar dat blijft helaas uit. De film is rustig en stabiel, met een nette cameravoering ondanks de beperkte middelen (de DoP had geschikking over een relatief klein en betaalbaar model HD-camera). De meisjes lijken aanvankelijk verkeerd om gecast: we beginnen met Heidi, die net terugkomt in haar heimat Schwyz, 50 kilometer onder Zürich. Vervolgens pannen we naar Melina, haar beste vriendin, gezakt voor haar eindexamen en een dropout in de dop. Heidi wekt de schijn het minst optimistisch te zijn, terwijl ze medicijnen wil gaan studeren in Zürich. Daarvoor moet ze het dorp uit. Melina weet dat ook, maar probeert haar daar te houden door samen een appartement te willen huren. Melina klust bij in de schoenenwinkel van een masochistisch ingestelde viespeuk. Het dreigt haar eindstation te worden. De tragiek ligt bij Heidi, meer dan bij Melina. Melina vind het we goed zo en blijft thuis. Ze beklimt de berg en verdwijnt in de mist. Daar besluit Heidi haar niet langer te volgen. Ze daalt af en verlaat haar roots op zoek naar iets beters.

Pas achteraf, toen bij de Q&A begon te dagen dat beide meisjes actrices zijn en elkaar voor de film niet kenden, viel me pas op hoe goed ze zijn als gespeelde vriendinnen. Ik was zeer onder de indruk van het spel. Zelfs het zenuwachtige flirtje van Heidi was erg overtuigend, al kunnen die zenuwen ook ergens anders aan te wijten zijn geweest (licht, camera, crew?). Wat opvalt is dat er zo weinig personages de wereld van Heidi en Melina lijken te bewonen. Er zijn geen ouders of andere leeftijdsgenoten, alleen Markus met zijn nieuwe wagen.

De tragiek van Heidi en Melina zit in hun aanstaande afscheid. Melina voelt het, ze is een achterblijver. Heidi voelt het ook en betreurt haar vriendins keuze. Maar ze kan niet anders. Subtiel tragisch, heel anders dan de directe lelijkheid van Seidl. Ik heb zelfs het vermoeden dat regisseur Krummenacher de mooiste dingen uitzocht om voor zijn lens te halen. Deze film is niet de eerste die blote borsten laat zien. Als Heidi zichzelf ontkleedt voor de spiegel moest ik direct denken aan die andere naaktheid in Hundstage: de sexclub waar één van de hoofdpersonen werkt. De verschillen kunnen niet groter. Hopelijk zoekt Krummenacher ook nog eens zijn grenzen op.

Unter dir Die Stadt, Pathé 1, 30 01 2011 16:00

Een stampvolle zaal voor deze Duitse film. De regisseur doet na afloop de Q&A alleen; Rutger Wolfson, die hem introduceerde, is vertrokken. Toch doet hij het alleen beter en met meer enthousiasme dan menig interviewer. Maar voor we iets hebben om over te praten moeten we de film kijken. Kort door de bocht is het plot als volgt: Svenja, vrouw van bankeconoom staat bankbaas Cordes toe een romance met haar aan te vangen. Cordes flikt een David-je door manlief van Svenja naar de frontlinie te sturen zodat hij meer tijd heeft met haar. De dingen worden ingewikkeld maar de relatie houdt stand. Regisseur Hochhäusler sluit af met 'Jetzt geht's los.'

Ik irriteer me mateloos aan de mateloosheid van Svenja, die van alles doet wat me niet aanstaat en het niet eens erg lijkt te vinden. Ondertussen is ze wel afhankelijk van haar man. Dit komt erg dubbel op mij over en ik heb, op de beginscène na, de grootste moeite om ook maar een greintje sympathie voor haar te voelen. En aangezien de film min of meer van haar afhangt is een groot deel van mijn oordeel hier al geveld. De belofte van fraai camerawerk wordt mijns inziens ook niet ingelost. Zoals Hochhäusler in de Q&A ook al toegeeft spelen de problemen van de film zich binnenskamers af. Net als Piroska moeten ook Cordes en Svenja grenzen over om de werkelijkheid binnen te laten. Maar Svenja is vers in Frankfurt, uit Hamburg, en Cordes is de sjeu in zijn leven kwijt. Hij is vertederend en aandoenlijk in zijn hofmakerijen. Ondertussen is Svenja een ijzeren teef die sporadisch ontdooit. Er wordt wat met verwijten gesmeten naar de banksector. Hochhäusler is er bepaald niet gecharmeerd. Hij stelt zelfs dat deze sector verantwoordelijk is voor de grote problemen van de actualiteit. Sterker, bankiers zijn als drugsdealers. Cordes betaalt om een heroïnejunk zichzelf vol te zien spuiten, alsof hij in een omgekeerd theater zit: vanuit de veilige en rijke fictie naar de werkelijkheid kijkend. Cordes heeft dat venster nodig om het evenwicht in zijn bestaan te bewaren. Geld is geen issue, en dus kan hij krijgen wat hij wil. Hij slaagt er ook in, meestentijds. Svenja's man blijft gedurende de film een schoothondje. Waarom doet hij niet iets verkeerd? Hij is toch ook medeplichtig aan de corruptie van de maatschappij?

Unter Dir die Stadt hangt aaneen van intellectueel hoog cultureel afgewisseld met menselijke lelijkheid, met een minimale psychologische verdieping. Als dit de richting is die de Europese film in wil slaan, dan hou ik mijn hart vast. Kaalheid en gebrek aan bezieling in de mensen. Maar dat is ook te wijten aan het feit dat Hochhäusler vooral zijn standpunt omtrent schuld wil duidelijk maken. De problemen van de banken zijn ook onze problemen, zegt hij, en ik neem aan dat hij met 'ons' de westerse mens bedoelt die de gevolgen van zijn acties niet kan overzien. De gevolgen zijn dramatisch. Mensen slaan op de vlucht. Ook in Frankfurt. Und dann geht's los. Eind.

Achteraf zijn er vragen bij het publiek. Het eind wordt niet begrepen. Ik moet met het schaamrood op mijn kaken toegeven dat Hochhäuslers uitleg zeer welkom is. Het valt te beredeneren, maar ik had ook zo niet bedacht wat de junks betekenen, en waarom het zo abrupt eindigt. Hochhäusler houdt niet van uitleggen, maar hij doet het wel. En stiekem vond ik de film toen wel een stuk beter. Ster van de film is Cordes, gespeeld door Robert Hunger-Bühler, die gekke dingen moet doen om niet gek te worden. En hij doet gekke dingen.

Outbound/Periferic, Doelen Jurriaanse Zaal, 30 01 2011 19:45

Hoge verwachtingen van deze Roemeense film. De organisatie van het IFFR loopt helemaal weg met de Roemeense cinema sinds Cristian Mungiu's "4 Maanden, 3 Weken en 2 Dagen." Maar eerlijk is eerlijk, Outbound is een bijzonder sterke film. Ten eerste is er het nuchtere camerawerk en de harde contrasten. Het blijkt goed aan te sluiten bij de stemming van de film. Geen muziek, geen gedoe eromheen, gewoon rechttoe rechtaan filmmaken. Soms zijn de shots zeer dynamisch, soms juist weer zeer statisch, maar altijd is de informatie in het beeld voldoende. Het neigt wat naar Dogma, maar dan zonder het pretentieuze pretentieloze.

Mathilde heeft 24 uur verlof uit de gevangenis om de begrafenis van haar moeder bij te wonen, maar dat zal haar een worst wezen. Ze kan er nu mooi vandoor. In Boekarest moet ze nog even wat zaakjes afhandelen en een in het vooruitzicht gesteld deel van onzuivere handel opeisen. Van daar reist ze naar Constanta, aan de Zwarte Zee, vanwaar de reis met onbekende bestemming verder moet. Zover komen we echter niet. Ik kan verklappen dat de film eindigt in Constanta, maar de fysieke reis blijkt een vergeefse, gelijk Piroska's reis in Pál Adrienn. Wat er onderweg heeft plaatsgevonden mag tragisch te noemen zijn, of misschien juist vitaal. Het zicht op zee suggereert een vrijheid die Mathilde onmogelijk kan realiseren, zeker gezien de forse bagage die ze onderweg heeft opgedaan, niet in materiële vorm, want ze heeft bijna niets, maar temeer is de reis een tocht geweest die vergelijkbaar is de omzwervingen van Dante Alighieri. Niet voor niets heet de man die haar naar de vrijheid moet brengen Mr. Virgil. Maar of Mathilde ook daadwerkelijk de Louteringsberg opgaat is zeer de vraag. De film gaat over en om Mathilde, zij draagt de film met verve. Iedereen laat haar in de steek, maar Mathilde gooit haar hoofd in de wind en zet door. Echter, als niemand achter haar staat (behalve Virgil, indien hij betaald wordt) is haar reis gedoemd te stranden in rul zand. En zo is het.

My Joy, Doelen Jurriaanse zaal, 30 01 2011 22:15

Wat getypeerd wordt als een Russische politieke allegorie wordt een verwarrende geschiedenis van een vrachtwagenchauffeur. Hij is een van de weinige personages in deze film die niet een al te kwade inborst heeft. Het begint met het afscheid van zijn thuishaven, een kleurloze Russische stad. Nee, eigenlijk begint het met de verwijdering van een lijk, dat in een kuil wordt gegooid en vervolgens wordt bedolven onder cement. Dat belooft al wat impliciete boodschappen doorheen de film, die ruim 2 uur duurt. De geschiedenis is een afwisselende, waarin machtsverhoudingen bepalend zijn voor het al of niet slagen van persoonlijke ondernemingen. Zo zijn agenten en soldaten lang niet altijd exponenten van het goede. Helemaal niet, zelfs, zo wil regisseur Sergei Loznitsa ons doen geloven. Is dit een aanklacht op het Russische regime, of de geschiedenis ervan? Het heeft er alle schijn van. Maar in de Q&A antwoord Loznitsa, op de vraag of het geportretteerde daadwerkelijk gebeurt in Rusland, waarom we dezelfde vraag niet stellen bij het zien van Amerikaanse films waarbij de bodycount vele malen hoger ligt dan in zijn film. Een goede afleidingsmanoeuvre met een kern van waarheid, maar wat betekenen al de voorvallen, die getuigen van corruptie en verderf, dan wel? Helaas ontbrak mij de tijd om dat te vragen. Mij ontbreekt de nodige kennis om de film langs de Russische geschiedenis te leggen, maar het vermoeden is dat de tsaar, het communisme en de dictators die eruit voortkwamen in ieder geval een vertegenwoordiger hebben. De film vraagt om een kijkbeurt met een historicus die bij tijd en wijle tekst en uitleg kan geven, want dat loont zeker de moeite, lijkt mij. Ik merk dat ik niet een volledig oordeel van deze film kan vormen voor ik hem helemaal begrijp. En dat zal niet makkelijk zijn. En wat betekent die titel toch? Op tekst en uitleg van Loznitsa hoef ik in ieder geval niet te rekenen. "Het interessantste is voor mij dus niet wat ik als filmmaker in de film stop, maar wat de toeschouwer eruit haalt," zegt hij in een interview met IFFR.

The Baron, Cinerama 2, 31 01 2011 xx:xx

De eerste persvoorstelling die ik bijwoon ademt precies dat klimaat dat ik ervan verwachtte: een handjevol eenlingen in een veel te grote zaal die in gepaste stilte een gemeenschappelijke ervaring ondergaan. De ervaring is de Portugese film O Barao/The Baron, een boekverfilming van het door Branquinho da Fonseca geschreven verhaal over een dracula-achtige despoot die de scepter zwaait over een klein dorpje dat niet eens op de kaart staat. Een inspecteur van het ministerie van onderwijs moet er op visite maar wordt ingepalmd door de eigenaardige baron. Visueel past zeker het predikaat Duits expressionistisch. Hard zwart wit, benadrukt door een sterk dynamisch gebruik van licht dat doorheen de film accenten werpt op de personages, als ware het een toneelstuk. De 'orakelende' baron is in al zijn groteskheid zeer overtuigend en voorzien van een passende tronie, een zeer goed getypecaste Nuno Melo. Klein hoogtepuntje is het muzikale optreden van een genootschap mannen dat onder de Baron dient en een zeer catchy a capella lied en een percussie-dansnummer ten gehore brengt. Na de credits volgt overigens nog een anachronistische bonus door dit 'Orkest', dat in werkelijkheid opereert onder de naam Vozes da Rádio.

Tiger Eyes, Cinerama 2, 31 01 2011 xx:xx

Een documentaire ter gelegenheid van het 40-jarig jubileum van het festival waarin een aantal voor het IFFR typerende regisseurs worden geïnterviewd over visuele herinneringen en hun opvattingen over cinema, begeleid door beelden uit hun eigen werk. Eigenlijk ga ik alleen maar voor het stukje met Michael Haneke, die mij geweldig beloont met zijn aversie van televisie als 'tägliche Schwachsinn' dat slechts bijdraagt aan 'Volksverblödung'. Maar ook Jim Jarmusch en Wim Wenders zeggen interessante dingen. Des avonds blijkt deze documentaire gewoon op televisie te worden uitgezonden, bij Het Uur van de Wolf. Hij is ook te bekijken op uitzendinggemist.nl.

I Am Jesus, Pathé 5, 31 01 2011 18:45

Documentaire over drie zelfverklaarde Jezussen in Brazilië, Engeland en Siberië. De heren zelf zijn in ideologie en werkwijze onvergelijkbaar en vormen interessante onderlinge contrasten. Wel zijn ze stuk voor stuk overtuigd van hun eigen gelijk. De afwezigheid van een oordeel door de filmmakers houdt de kijker enigszins in het luchtledige. Gelukkig komen in de tweede helft tegengeluiden aan bod die gezonde twijfel aan de claims van het eigenaardige, onafhankelijk opererende trio rechtvaardigen. Een persoonlijke voorkeur is uiteindelijk onvermijdelijk, maar mijns inziens staan alle drie de heren voor een kant van het Messias-complex: het idealistische, het charismatische en het profetische. Gezamenlijk vormen ze een soort officieuze drie-eenheid.

Out Of Fashion Magazine: Fairytales Freak Me Out, Cinerama 5, 01 02 2011 14:30

Een verzamelprogramma van korte films door ontwerpers, die uiting geven aan persoonlijke creativiteit en belevingswerelden. Het varieert van ronduit slecht amateurwerk van Agnes B. tot zeer ambitieuze filmplannen van modefotograaf Tim Walker, waarin zowaar een gezond plot is te herkennen. Wat het meest blijft hangen zijn La Vitesse et La Pierre, in opdracht van het Zweedse merk Whyred, en Rabbit Hole, een surreële reis door het rauwe IJslandse landschap, ontsproten aan en aangekleed door de IJslandse ontwerper en kunstenaar Mundi Vondi.

Behind the Red Motel Door, Cinerama 1, 02 02 2011 14:15

Ik zie de eerste 45 mimuten van deze film, die technisch tamelijk onder de maat blijft. De regisseur zelf, die de bescheiden naam The World Famous Ike draagt, introduceert de film met cynische minachting van zijn eigen product, wat het publiek erg leuk lijkt te vinden. Als de titels rollen blijkt dat het budget eigenlijk nog wel vrij hoog was (5000 euro) voor wat we zien, bedenkende dat het geschoten is in 2 dagen. Een geinig bijproject voor verveelde doch creatieve managers, maar ik voorzie zo vlug geen release op welk medium dan ook. De technische tekortkomingen ten spijt zijn de karakters en de dialogen bij vlagen erg leuk en goed, maar dat maakt het geen fantastische film, mijns inziens. En dan vergeet ik helemaal te vertellen dat het plot zich beweegt rond de kleurrijke types die op een avond de kamers van een dodgy motel bewonen, van een vrijetijdstandarts tot een onschuldig gezin op weg naar Disneyland. Dat gegeven is best leuk, maar nog leuker en intrigerender zou het zijn geweest als al de losse verhaallijnen hun eigen perspectief behielden en de focus niet oversprong van het éne naar het andere personage. Ik denk daarbij aan een sleutelscène in Jacky Brown, die uiteindelijk een vereniging van perspectieven wordt. Een voortzetting van de mozaïekachtige narratieven uit Pulp Fiction. Er is alleszins duidelijk gekeken naar Quentin Tarantino en zijn baanbrekende filmwerk, maar veel meer dan (bovengemiddeld) fandom wordt de film (de eerste drie kwartier) niet.

Na een enigszins hilarische dialoog tussen twee politieagenten (?) over anale seks met vrouwen taai ik af, al is het wel interessant maar iets te druk naar mijn zin, en begeef ik me naar Water Hands in de zaal ernaast.

Water Hands, Cinerama 2, 02 02 2011 15:00

Een poëtisch reisverslag van een Singaporese zeeman en zijn briefwisseling met zijn vriendin aan het thuisfront. Hij dompelt zich onder in het kleurrijke Servië en Montenegro en verdwaalt in romantische dwalingen, terwijl zij hem probeert over te halen geen gekke dingen te doen, zijn geld niet over de balk te gooien (denk aan je hypotheek!) en maar weer snel naar huis te komen. Een onsamenhangende dialoog tussen de rede en het gevoel, waarbij directe interactie, zoals die nagestreefd wordt door de rede, wordt ondermijnd door het wispelturige gevoel. Met veel mooie beelden van natuur, afgewisseld met de zwart-witte wereld van Singapore, waar alles saai lijkt in vergelijking met de avonturen van de zeeman.

22 Mei, Pathé 7, 02 02 2011 18:30

Deze Belgische film belooft een weergave te worden van het schuldgevoel van een bewaker van een naamloze Belgische stad. Na een lang openingsshot waarin we de ochtendroutine van Sam (Louwyck) volgen, zijn we getuige van een explosie in het winkelcentrum waar Sam als bewaker voor de deur staat. Hectiek volgt, waarna we de belevingswereld van Sam induiken, waar meer lotgenoten blijken rond te dwalen. De manier waarop met de verbeelding gewerkt wordt, een schemergebied tussen de empirische werkelijkheid en een schimmenrijk waarin we van de ene gedachte op de andere worden geleid, doet denken aan Eternal Sunshine... van Michel Gondry. Dat kan een pluspunt zijn. Het ontbreken van verdere opsmuk in de vorm van sentimentele muziek of een tragische liefdesgeschiedenis zorgt dat het niet kitscherig aan gaat voelen. Sam ontmoet in zijn geesteswereld een aantal mensen die een tragiek in zich dragen, waarvoor resolutie inmiddels geen optie meer is. Het is te laat, echo't ook in het nummer dat draait over de laatste scène. Een aangename tragiek, mijns inziens, over het onvermogen van de mens om adequaat met het hier en nu om te gaan en oplossingen te construeren voor voorhanden zijnde problemen. Sam probeert door een onverklaarde manier van tijdreizen de pleger van de aanslag op andere gedachten te brengen, maar dat blijkt onmogelijk. De wereld waar Sam in leeft is inmiddels een andere.

Wat verder opvalt is de anonieme stad waarin de film zich afspeelt. Borden en namen zijn in het Frans, maar veruit de meeste personages spreken Vlaams. Bovendien bereist Sam zijn (of een collectief) onderbewuste middels een onvervalste RET-metro. Station Beurs komt vol in beeld. Uiteraard leidt dat tot verrast olijke reacties in het Rotterdamse publiek. Deze topografische verwarring leidt bij mij tot interpretatieproblemen. Het is overduidelijk dat hier met locaties gegoocheld wordt voorbij plausibiliteit. Voor een internationaal publiek werkt dat misschien, maar niet bij Rotterdammers. Ik begrijp dat regisseur Koen Mortier het onheil niet wil afroepen over een filmlocatie en daarom voor een ambigu tussenland kiest, maar in dat geval had hij wat discreter kunnen omspringen met herkenbare beelden als bijvoorbeeld het RET-logo of de signing in de ondergrondse.

Ik pikte in de zaal een publieksreactie op die er niet om loog. Het idee was leuk, maar voorts was het rommel, de film verdiende een 1 (op een schaal van 1 tot 5). Ik ben dan toch milder, omdat de menselijke tragedie me erg aanspreekt. Sam, als eenzame man en vader van een gestorven dochtertje (wat iets te expliciet wordt gemaakt aan het eind van de film) voert het gevecht met zijn verantwoordelijkheids- en schuldgevoel. Zijn eenzaamheid benadrukt de tragiek, en daar smul ik van. De overige personages zijn veel platter en staan in Sam's schaduw. Visueel klopt de film gewoon, inclusief tijdloze (want verouderde) dessins en architectuur. Toch genietbaar, maar waarom "22 mei"?

Films die ik ook zie, maar niet gereviewed heb zijn Over Your Cities Grass Will Grow en Silent Souls. Beide zijn meesterwerkjes en ik haal ze nog weleens aan in mijn kunstonderwijs. Helaas heb ik mijn bevindingen destijds niet op schrift gesteld.