De vouw, “fold” of “pli” is zowel materieel als metafysisch, het verbindt ziel en geest zonder deling. De vouw typeert de Barokke gedachte, neemt de ruimte in, is van religieuze proporties. De vouw is zowel abstract als specifiek: deelt en verenigt tegelijk, creëert vorm. Dat is gefundenes fressen voor de architect, die vorm zoekt in gedachte.

“Folds exist in space and in time, in things and in ideas.” Ze verbinden niveaus en categorieën op hetzelfde moment. (Richard Serra : The Matter of Time. Bilbao)

Het Barokke huis van Deleuze: 5 gordijnen die door gaten in een plafond naar beneden vallen in de ruimte die de mens kan bezoeken. De ruimte erboven, waar de gordijnen beginnen, zijn de mentale ruimte die op het fysieke lichaam staat, er niet zonder kan. De gaten in het plafond zijn de zintuigen en de gordijnen de receptoren. Het barokke klauwstuk dat de onderbouw met de bovenbouw verbindt staat symbool voor de band tussen lichaam en hoofd. Wat beneden gebeurt vloeit als geluid naar de bovenste verdieping. Beneden beweegt de materie, waarvan de ziel (of monade) die via de zintuigen kennis krijgt zich in de bovenbouw bevindt.

Materie vloeit over in de ruimte, wordt vloeibaar en die vloeistof wordt weer massa. Een architectuur van oneindige vouwen. Gebogen architectuur in virtuele beweging. Oneindige golven in oneindige ruimte. Deleuze slaat de brug tussen Barok en de complexe curvaturen van de virtuele ruimte. (Dit ontleent Deleuze aan Wölfflin)

“Architecture through the late ninetheenth-century reading of a baroque that was, in retrospect, more a fiction of the new psychology of the body than a historical account.”

“Seamless textual ecstasy” :)

effet du pli : het vouweffect, je ziet het overal, niet in de laatste plaats in onze modellen van de kosmos, tijd en ruimte. Zijn wij neobarok?

Deleuze = Leinbiz (monade) + Locke (camera obscura)

Vouwen vertegenwoordigen interne kennis, aldus Leibniz, in een donkere ruimte, dit gevouwen scherm, of membraan, heeft een elasticiteit onder druk, afhankelijk van voorgaande vouwen, en levert een soort vibratie op, een oscillatie, niet ongelijk aan de snaren van een instrument, waarbij de klank en de harmonie van klanken een metafoor zijn voor complexe ideeën die in ons bestaan en tot stand komen dankzij die multisone klankinput, op basis van een klankachtige input. Het scherm is ons brein en moet actief en elastisch zijn. Het gevouwen scherm dat Leibniz opspant in de donkere kamer van Locke heeft van zichzelf al aannames of ideeën, “diversified by folds”.

(Altijd weer die metaforen,... Fred Muller zou er moe van worden.)

Animistic architecture: combinatie van de menselijke anatomie én wiskundige objecten. — Marcel Jean, 1946.

Surrealist architecture: “a door at the same time open and closed” (1946). Schrödinger (1935) ? “Constant negative curved surface of Euneper, derived from the pseudo-sphere”, non-Euclidian city.

[Iets leren veronderstelt dat er een golf of vouw op een reeds bestaande golf of vouw komt te liggen. zonder dat substraat ontstaat er niets nieuws. die vouw kan een beeld zijn en een nieuw complex idee is daarom goed uitgedrukt in een metafoor, omdat de beelden die los bestaan in ons hoofd tot een nieuw complex idee komen door een samenhang die nog niet vermoed werd. Dit is Leibniziaans/Lockiaans leren? Maar tegelijk doen alle metaforen tekort aan de werkelijke vorm van het conplexe idee: een model bestaat bij de gratie van het reeds aanwezige, het repertoire. Via modellen komen we misschien wel verder, maar misschien ook niet de juiste kant op? Hoeveel dimensies kunnen we in ons denken meenemen? En is zo’n vouw niet al een uitgesproken voorbeeld van (beperkt) driedimensionaal denken? — Fred Muller, “Structuren voor iedereen”]

Wittkower/Rowe nine-square grid? Ehh.

Vitalisme: metaforische relaties tussen beweging als digitale techniek en levend als een biologische toestand worden toegepast in dienst van architectuur. Computerproducten “leven”?

Bataille, informe (1929): “[F]or academic men to be happy, the universe would have to take shape. All of philosophy has no other goal: it is a matter of giving a frock coat to what is, a mathematical frock coat.”

Art is about form. (Visual shape is a metaphor for conceptual form.) But in the course of the twentieth century, this very notion (form) has become suspect. This situation creates an interesting challenge for the visual arts: to find a form for formlessness, to show the form that has no form. ( Radical Art. Institute of Artificial Art Amsterdam, Department of Art history: “An analytical anthology of radical art and meta-art”. See the article “Informe (formless)”:

Biotechnological informe van Greg Lynne is anders dan die van Bataille:

  1. Bataille = quasi-Darwiniaans, een tussenstap van totale vorm naar totaal vormloos en abstract met dat laatste als beoogde einddoel, dus erg teleologisch. Lynn = biedt potentiele evolutie voor architectuur en de mens, niet om monumentaliteit te beeindigen maar om de formele natuur te veranderen.

  2. Bataille = er is geen vorm en kan dus ook niet geclassificeerd worden. Lynn = probeert de op formeel- dialectische methode waar de analogie op rust af te wijzen en een allesoverkoepelende oplossing in formele continuiteit te omarmen,

  3. Bataille hanteert post-surrealistische shock tactics, waarbij tegen-humanistisch wordt geredeneerd, informe is een fluim, bloed op de vloer van het abbatoir, “ruimte” is een allesopvretende kracht, gevangenissen afbrekend en kannibalistisch een weg vretend door kleinere organismen. Lynn = technobiologism neemt informe als een topologische mutatie volgens natuurlijke permutaties van modellen die natuur vorm geven. De schok die voortkomt uit “blob”-architectuur die geterroriseerde territoria dreigt te overlopen (in golven :)), alsof het een scifi horrorfilm is. Maar die schok wordt verminderd door de technische details van hoe een blob te bouwen of de “hyperbeauty of the bloblike iterations of force fields and topographic mappings on the screen.” — klare taal.... ?

Anarchitectuur: Gordon Matta-Clark. Maakt geen gebouwen maar gebruikt ze als basis voor nieuwe toepassingen die door architectuur heen gaan. Gaten, snedes, Cuttings (In 1977 nodigde Flor Bex, directeur van het Internationaal Cultureel Centrum (ICC), Gordon Matta-Clark uit om een pand aan de Ernest Van Dijckkaai
in Antwerpen te bewerken. Matta-Clark sneed cirkels en maansikkels uit de vloeren en plafonds. Hij vormde het gebouw zo om tot een kijkdoos. Het pand werd, ter ere van de vierhonderdste verjaardag van de Antwerpse barokschilder Peter Paul Rubens Office Baroque gedoopt.)

Matta-Clark gebruikt de informe als een methode om de klimmen in vorm-heid van gebouwen. “Passionate and violent performance acts seem little more that the intellectual domestication of a previously unthinkable event” Precies wat de dialectische ontwikkeling van vorm is, me dunkt. Of is deze continuiteit van een andere aard? Het gebouw dient als drager van een complexe gedachte die alles te maken heeft met topologie en de dimensies waarin de mens leeft en denkt. Het gebouw wordt een binnen- en buitenkant tegelijk. Er is geen “envelop” maar een “uitvouwing”. Binnenstebuiten keren zonder om te keren... Er komt hier een dimensie kijken die puur mentaal is en in het fysieke wordt weergegeven. Het onderscheid tussen binnen en buiten wordt opgeheven. Er wordt dus iets platgeslagen wat ruimtelijk was, met behoud van (de platgeslagenheid in) het ruimtelijke. Een metafoor? Kan dit slechts met de dingen waarin we leven?

“If the "human" is introduced as a force, it is as movement-crowd or swarm-and not as a generative instrument in itself.”

De mens een beweging, niet een individueel instrument. De mens op zijn Steven Johnsons.

Het menselijk oog staat aan de basis van perspectief, of de visuele abstractie van ruimte, dit noemen we klassieke ruimte. De mens als kracht veronderstelt de verwijdering van optische of lichamelijke accommodatie en het instellen van een abstractie gebaseerd op poces en beweging.

De “binnenkant” van architectuur krijgt geen vorm door het bezetten van die ruimte, maar door residual character. De uiterlijke noodzaak tot het vormen van iets krijgt de binnenkant die het resultaat is van het bwerkstelligen van die buitenkant. Functionalisme wordt verworpen, de “dood van het subject” stuurt de vorm, wat we als mens zijn, biologisch gezien, is niet het gevolg van een gestuurde beweging, maar het resultaat van een doorlopend ontwikkelproces. De vorm die we nu hebben is niet zo precies gecalibreerd: we zijn het toevallige resultaat. Onze buitenkanten zijn het gevolg van onze innerlijke werking. Hoe ziet een huis eruit dat zo ontworpen wordt? (Met de voorwaarde dat het niet gericht ontworpen kan worden....)

De ethische imperatief verschuift van sociaalpolitieke authenticiteit naar formele neutraliteit (of misschien wel onverschilligheid).

Verwijzing naar de Napoleontische olifant op het Place de la Bastille, en de buitenkant-binnenkant tegenstelling. De walvis van Jona of een enorm wijnvat. De binnenkant heeft een doel maar onbedoeld. “The unforeseen usefulness of the superfluous.”

Het overvloedige aspect van ruimte moeten we niet verwarren als bewijs van een aanklacht langs traditionele humanistisch-functionalistische lijnen van argumentatie. Deze ruimte is de plaatsloze doch onvermijdelijke ruimte van het hedendaagse, postpolitieke, postpsychoanalytische subject. Een vloeibaar figuur. Gevormd door het niet reflecterende scherm, ondergedompeld in de onbepaalde diepte van hun ruimtelijke doorzichtigheid en halfdoorzichtbaarheid. Dit figuur voelt zich thuis in die olifant (en de mierenheuvel !! Johnson) of de viscose blob.

“As if the subject itself were at one with the surfaces of its enclosure, its body no longer imitated, dissected, or deconstructed by its environment, but now enveloped and dispersed at one and the same time, its own surfaces, inner and outer, mapped by the same processes that generate its multiple outer skins, if any "outer" or "inner" may any longer be distinguished.” :S

— “the Nietzschean/Corbusian aerobic subject of modernism”

Het onderscheid tussen binnen en buiten is het gevolg van de Barok. Barok scheidt de facade van het binnenste, waarbij binnen en buiten onafhankelijk van elkaar zijn maar elkaar wel voorwaarts stuwen. Binnen en buiten zijn autonoom, kunnen zonder elkaar bestaan. Het buitenste heeft valse vensters, openen alleen naar buiten, het binnenste heeft vensters die belichten maar geen blik naar buiten gunnen. Hier is de vouw at work: brengt binnen en buiten samen, zelfs als het onzichtbare tussendelen faciliteert.

De vouw roert al het materiële, het wordt expressief, op verschillende schalen, snelheden en vectoren, het bepaalt en materialiseert de vorm. De gevelmaterie is beneden, de zielenruimte boven. Een oneindige plooi tussen de twee.

“Reduplicative perspectivity.” Herkopierend perspectief ? (Desargues’ driehoeken) Bearing principle vs. covering principle.

Where once was a «dosed chapel with imperceptible openings," now we have the model «invoked by Tony Smith, the sealed car speeding down the dark highway."

"House Prototype in Long Island" begins by a multiple-level site analysis that takes account of visual obstacles and destinations, physical forces, movement forces, and the like co produce a composite fieldscape of attractions and repulsions into which certain prototypical "house organizations are inserted and warped accordingJy.” — Een huis is niet van buitenaf ontworpen als iets esthetisch, maar ontstaat door het spel van talloze factoren in de omgeving waar het huis moet komen te staan. Druk en spanning of het gebrek eraan schrijven voor hoe het ding vorm moet krijgen.

Biological analogy en de geesten die het voortbrengt, krijgen vorm in counter-architecture, morfologie, zoals onbereikbaar was in de tijd van het modernisme.

De bestemming van “animate form” is niet de gevouwen huid, maar de vouw zelf. De abstractie die de vouw is: de verbinding en scheiding van twee dingen. (Is dit wat Escher doet, in het ontkennen van mathematische dimensies van ruimte op het platte vlak? Zit daar niet die vouw in? Is dat niet het beste bewijs, of de beste illustratie van wat zo’n vouw is, op de ingrepen van Matta-Clark na?)

Deleuze stelt de Leibiziaanse monadete openen met een tang, ze niet langer gesloten interieurs laten zijn die de hele wereld bevatten, maar ze penetreren nu ook andere monaden, waarmee verschil tussen privaat en publiek wordt opengetrokken. Deleuze stelt: muziek blijft in het huis, maar de verandering ligt in de organisatie van het huis en de aard ervan.

“A folded city, one where above-ground and below-ground, private inside and public outside are forced into eachother, “overtaking”, in Deleuze’s terms, “monadology with a “nomadology.”


Aantekeningen college Robert Gorny (relationalthought.com)

“I haven’t filled all the gaps and there are no real answers but I’m having fun with it.” — Robert Gorny. Body / And / Technology

Body

Etymologisch gezien afkomstig van bodig, betekent “trunk”, fysieke structuur van een mens of dier. Anders dan lichaam of lijf / leib, dat verwijst naar leven. Verschilt ook van corpus, corpse, dat verwijst naar een materieel ding.

Lichaam = eenheid = gemeenschap = cohort = corpus = een ding, een totaal. Body wordt tegenover soul gezet sinds 13e eeuw.
Heavenly body = hemellichaam (analogie gaat hier wel op)
Atoom : een deel, ondeelbaar, waar een groter ding uit bestaat.

Individu : een ondeelbare eenheid van een maatschappij = persoon.
Fysica = fysieke dingen = natuur. Physicist = natuurkundige / physician = arts. René Descartes > Principia philosophiae (1644)
Essences -> forces (krachten)
Dualisme: hoe zijn hier “soul” en “body” interactief?

Baruch de Spinoza > Ethica (1677). Tegen dualisme. Waarom die twee (lichaam en geest) uit elkaar trekken? Beter is ervan uit te gaan dat de twee in essentie (lol) hetzelfde zijn. Mind and Body are one and the same thing (= monisme), twee modaliteiten waarin de werkelijkheid zich openbaart, manifesteert. Voelen en denken zijn twee dezelfde dingen, alleen de manier waarop we het ervaren is anders. Affects / Effects, Passions / Actions.

“What is” vervangen door “What can it do”, of zoals Bataille zegt: niet de betekenis maar de functie van iets is belangrijk: “A dictionary begins when it no longer gives the meaning of words, but their tasks. Thus formless is not only an adjective having a given meaning, but a term that serves to bring things down in the world, generally requiring that each thing have its form.” https://aphelis.net/georges-bataille-linforme-formless-1929/

Gorny is voor actief iets doen, in plaats van ontvangen/ondergaan van studeren.

Technology

Wiki: ”Techne" is a term, etymologically derived from the Greek word τέχνη (Ancient
Greek: [tékhnɛː], Modern Greek: [ˈtexni] (listen)), that is often translated as "craftsmanship", "craft", or “art".

Craft: alles dat je doet op een manier die bekwaamheid veronderstelt. Systematisch en methodologisch, op een doordachte manier. Een technologische ingreep focust op het uitvoeren van een specifieke centrale taak.

Hier speelt ook een taalprobleem op, beetje zoals een metafoor dat zou doen als we beelden gebruiken die bij de ontvanger niet bestaan. Hoe te differentiëren in de ambiguïteit van een woord? En waarom hebben sommige talen verschillende woorden als een andere taal dat niet heeft?

Hte ontcijferen van de wereld, classificeren is ook een technologie in de oudste Griekse betekenis van het woord technologie/tekhne.

“What names you give, and so on...” is wel de kern van het probleem.

Het onderscheid tussen de verschillende dingen die we onderscheiden in de werkelijkheid is een virtueel onderscheid. Een vereenvoudiging en classificatie van de wereld op basis van (arbitrair) onderscheid.

Onze classificaties zijn gebaseerd op oude onderscheiden, zie ook: Foucault, de woorden en de dingen. Partitions of knowledge -> disciplines.

Diderots encyclopedie: memoire / raison / imagination.

Het woord knowledge bestaat uit weet — rand: getrapte kennis, onderverdeeld in verschillende terrassen, circles, sferen, gradaties. (of is dit te ver gezocht...?)

Structuren ook te vinden in architectuur (Versailles), het uitwaaieren van deelgebouwen, die partitions zijn, verschillende kunstmatig gescheiden functies in daartoe gebouwde vertrekken.

Structuur, zoals ook in boeken, argumenten, gebouwen, classificaties.
Awareness of space: bewegen door een ruimte met de verschillende mentale equivalenten. Als je iets

vergeet, terug naar de vorige kamer. Ruimte is metaal en fysiek.

Commodity = gelijke status, modus, in dezelfde vorm, iets dat past bij een status. Letterlijk zijn commodities dus statusbewijzende middelen.

And .. and ... and

Process of normalizing: de activiteit zorgt voor een bepaalde feedback op het lichaam dat de activiteit uitvoert: het is als een oefening, een wederkerigheid tussen lichaam en handeling. Normalisering maakt als het ware geschikter. Orthopédie, orthografie, de juiste houding of vorm. De kunst van het corrigeren van wanvormen in dingen. School normaliseert gedrag, en voorheen ook houding. Gecorrigeerd worden, gedisciplineerd worden als in een gevangenis of school ( —> Foucault).

Relaties tussen de actie en het lichaam, de normen die erin aan het werk zijn, zijn ruimtelijke arrangementen en nemen deel aan de uitvoering. Corrigeren veronderstelt een beoogd doel, hoe zit dit met de mens en zijn evolutie? En hoe verhouden gebouwen en huizen zich tot de doelstellingen van de architect/de opdrachtgever? Hoe die normen te omzeilen en het een spel van relaties te laten zijn?

Deze dingen zijn allemaal technologisch omdat ze een ontwikkeling faciliteren. 1) Analyse van een probleem kan niet geïsoleerd worden van de omgeving, hoe het fenomeen vorm krijgt, de ruimte waarin het probleem zich manifesteert, ontwikkelt, afspeelt. 2) Het begrijpen van die causale relaties in een situatie maakt dat je je argument beter kunt structureren en dus ook beter kunt begrijpen.

“Cartography of discourses on architectures of life/death.” “Local rarefaction of fluxes” — Gorny

Elise Misao Hunchuck —> trying to piece together how certain effects and processes are related. Mapping this is the process of doing research.

—> Mapping is een tweedimensionale manier en dus een reductie van een complexer geheel. Is het nog wel representatief voor waar het allemaal mee begint of om gaat?

Exclusive disjunction —> “either/or” (verschil tussen binnen of buiten? subjectief)
Inclusive disjunction —> “either/or” or “and...and...and” (opengebroken monades? intersubjectief)

Urban selforganisation (Johnson, Manchester), is analoog aan celstructuren, mensen zijn atomen op grotere schaal. (Kiel Moe, Insulating Modernism: isolated and non-isolated thermodynamics in architecture) —> topologie van zeepbellen, wiskunde. De meest optimale vorm van iets. Gaudí, Sagrada Familia: de ideale vorm van een dragende structuur is het omgekeerde van een hangende structuur.

Materie in bepaalde omstandigheden doet een bepaalde structuur ontstaan. Blootstaan aan omgevingsfactoren is beslissend voor de totstandkoming van iets, de vorm is afhankelijk van alle externe factoren die eraan bijdragen. (Wat voor omgeving creëert Gorny zelf in dit HC?)

What is the set-up in which these phenomena happen? Kijk naar de omgeving. Quantum phycisist —> Queer theorist, the double Q. Wat levert dat op?

Schrödinger’s kat. Is iets een deel of een golf? (Double slit experiment) Wat we zien of weten is afhankelijk van de instrumenten die we inzetten om die werkelijkheid te begrijpen. De begrepen werkelijkheid is het gevolg van de manier waarop we die leren kennen. Robert is een docent omdat hij daartoe wordt uitgenodigd en betaald en de manier waarop hij staat —> omgeving maakt wat we hoe begrijpen. Ambiguïteit is het gevolg van een ambigue manier van analyseren.

De sociale en materiële werkelijkheid structureert gedrag en opvattingen, de dingen zoals ze in zichzelf zijn zijn eigenlijk niks, als ze zich niet ergens toe verhouden. geïsoleerd kan niets begrepen worden.

Interdisciplinariteit probeert omgevingsfactoren scherper te krijgen opdat we het probleem waar we over praten beter kunnen begrijpen. —> inclusive disjunction. Holisme: zoeken naar relaties tussen de dingen en alles zien, of overal rekening mee houden.

Dus lichaam en technologie zijn noodzakelijkerwijs hetzelfde.
You are part of the problem and the problem is part of you. Proces! Stel vragen.

Multidisciplinaire ethiek is waar we ons als LAS’ers op richten. Dat veronderstelt een totaalbenadering, alles waar je leven uit bestaat, holisme. inclusieve disjunctie.

Vragen

Taal — er is een verschil tussen ruimte en space. Hoewel het vooral over taal ging, had het eigenlijk over discours moeten gaan. Dit maakt duidelijker waar het echt over gaat. Conceptie (to conceive), het formuleren van ideeën uit verschillende standpunten, is belangrijker dan waarnemen, omdat concepten aan het waarnemen vooraf gaat. Projecteren is het gevaar, jouw wereld op dé wereld, of andermans werelden. Taal is een hindernis die overkomen kan worden door de juiste concepten te formuleren en definiëren.

Multidisciplinair (meerdere), interdisciplinair (tussen), transdisciplinair (onderstrepen van de grenzen en proberen om een nieuwe discipline te maken, slashie, hyphen, gelaagd maken en grenzen doen vervagen), crossdisciplinair (vertalen van het ene probleem naar een andere discipline, die daar wellicht niet zo mee bezig is, reiteratie van de grenzen, besef van verschil)

“Getting more and more specific by layering things and addressing them on another level of relations.” —> over hoe concepten uit te leggen aan disciplines die geen relatie lijken te hebben met het gegeven concept.