Het standpunt van het christendom

Binnen de christelijke kerken is de zelfgekozen dood vaak nog een onderwerp van hevige tegenstellingen. De protestantse kerken in Nederland hebben in de jaren zeventig en tachtig een steeds toleranter standpunt ingenomen. Het officiële standpunt van de Katholieke kerk is nog steeds zeer afwijzend, maar binnen de katholieke geloofsgemeenschap komt de discussie op gang. Het debat is geopend en dat houdt niet meer op, ook al heeft de paus gezegd dat dit debat beter niet plaats kan vinden. Volgens het officiële standpunt van de kerk is het wel toegestaan om een zinloze medische behandeling te staken. Ook is het toegestaan om in de stervensfase maximale pijnbestrijding en behandeling van klachten als benauwdheid toe te passen, ook al zou dat de dood verhaasten. Het gaat daarbij om de bedoeling van de arts; het toedienen van dezelfde middelen (bijvoorbeeld morfine) met de bedoeling het leven te beëindigen wordt nog steeds afgewezen door de kerkelijke autoriteiten.

Er wordt ook over normvervaging gesproken binnen de kerkelijke debatten. Sommige vinden dat je met het toestaan van euthanasie afglijdt naar allerlei ongewenste zaken. Een verkenning van de argumenten voor en tegen euthanasie vanuit het christendom.

Vanuit het christendom is een aantal argumenten aan te voeren tegen het inwilligen van een verzoek om euthanasie. Het simpelste argument is natuurlijk het verwijzen naar het zesde van de Tien Geboden, dat dan vertaald wordt als 'Gij zult niet doden'. Nauw hieraan verwant is de stelling dat het leven heilig is, van God gegeven en dus altijd beschermwaardig. Volgens anderen is het verkeerd om in te grijpen in het natuurlijke proces van sterven. En tenslotte zijn er christenen die menen dat het lijden niet verkort mag worden, omdat Jezus immers ook niet wegliep voor het lijden aan het kruis. Het lijden van Christus staat immers centraal in het geloof van zowel katholieken als protestanten.

Hoewel deze argumenten overtuigend kunnen klinken, zijn er natuurlijk ook christenen die over goede tegenargumenten beschikken, zoals de hervormde predikant mevrouw L.W. van Reijendam-Beek. Voor van Reijendam begon de betrokkenheid van de problematiek van de zelfgekozen dood in de jaren zeventig, toen deze discussie in de Nederlandse kerken voor het eerst in alle volle hevigheid losbarste. Voor haar kwam deze discussie heel dicht bij haar eigen ervaringen. Als moeder van een zeer ernstig gehandicapt kind dat na zeven maanden van hevig lijden overleed, kende zij van binnenuit de gevoelens van wanhoop en worsteling die een gelovig mens kan doormaken in een dergelijke situatie. Het gaf haar de kracht om door de argumenten van andere theologen (theologie= leer van de bijbel) heen te kijken, op zoek naar een menselijker standpunt over euthanasie. "Ik geloof niet dat de bijbel euthanasie onder alle omstandigheden verbiedt. Als je kijkt naar de Hebreeuwse tekst van de Tien Geboden dan staat er bij het zesde gebod een bijzonder teken, dat haast nergens anders in de Hebreeuwse tekst voorkomt. Het is een pauzeteken na het woordje 'niet'. Er staat dus: 'Niet …zult ge doodslaan'. Dat pauzeteken geeft de lezer de ruimte om te denken. Overigens verwijst het werkwoord 'doodslaan' dat er staat, vrijwel uitsluitend naar 'moorden'. Het is een zeldzaam woord dat elders voorkomt in het verband met bloedwraak, het is het doden vanuit haat. Je kunt het zesde gebod dus niet simpelweg lezen als een verbod op het doden uit mededogen, zoals dat het geval is bij euthanasie."

Een ander argument is dat als we na de dood ons leven moeten verantwoorden tegenover God, dan moeten we het net zo goed verantwoorden dat we niet de moed hebben gehad om een ander uit zijn lijden bij te staan. Ook heeft de kerk door de eeuwen heen de doodstraf geaccepteerd en zegende men wapens en oorlogen. Dit kan je toch niet echt liefde voor het leven noemen.

Een ander argument is dat als het leven van God gegeven is, dat dan toch juist ook betekent dat je het terug mag geven als je er niets meer van maken kan. Volgens mij is het de bedoeling dat je leeft en sterft in jouw geest, in jouw relatie met God. Dat is een persoonlijke band, waar niemand anders tussen mag staan.

Een laatste argument voor euthanasie in het christendom is dat 'de natuur' in het christendom zeker niet gelijk staat aan het goddelijke. In de natuur gebeurt heel veel dat zo mooi niet is. De ziekten die ons treffen komen voort uit de natuur, maar dat betekent niet dat zij van God komen. Voor velen is God veeleer een bondgenoot in de strijd tegen bepaalde aspecten van de natuur. Daarom zien velen ook niet in waarom je zou wachten op een natuurlijke dood. Tenslotte spreekt de kerk van normvervaging. Maar ik vindt het net zo goed normvervaging als je niet meer ergens voor durft te staan. De schrik zit er bij artsen en andere medische hulpverleners in ieder geval goed in. En natuurlijk, we vragen ons af: waar ligt de grens? Maar het leven is nu eenmaal met een bepaalde vorm van onzekerheid. Daar is moed voor nodig en die ontbreekt vaak. Dat is normvervaging, als je niet meer de moed hebt om voor een ander in te staan.

Het standpunt van de islam

De islam is de snelst groeiende religie in ons land. Hoewel er grote onderlinge verschillen zijn, hebben moslims ook veel met elkaar gemeen. De overgrote meerderheid van hen is van allochtone origine. Het is voor hen niet gemakkelijk om een eigen weg te vinden in de geseculariseerde Nederlandse samenleving. Dat geldt ook op het gebied van de medische ethiek. Het liberale Nederlandse beleid rond euthanasie roept bij veel moslims onbegrip op. Ten dele komt dat doordat de boodschap van de islam moeilijk te verenigen is met een vrijwillige keuze voor de dood. Daarnaast is er soms ook sprake van een kennisachterstand. Imams (hoofd van een moskee) in Nederland zijn vaak onbekend met de moderne opvattingen van moslimgeleerden over medische ethiek.

In de afgelopen jaren heeft er een uitgebreide discussie plaatsgevonden over medische ethiek in de wereld van de islam. Moslimgeleerden zijn onder meer in Koeweit en Indonesië bijeengekomen om de consensus te bereiken over de moeilijke vragen waarmee de moderne medische technologie hen confronteert. Binnen de islam bestaat geen centraal leergedrag, zoals in de katholieke kerk, en ook geen groep die bepaalt wat wel en wat niet 'des islams' is, zoals de synode van de protestantse kerken. Er zijn grote verschillen tussen de diverse stromingen, zodat er eigenlijk geen sprake is van 'het' standpunt van 'de' islam.

In de moslim medisch-ethische discussie wordt erkend dat de medische technologie zijn keerzijde kan hebben. Patiënten worden soms kunstmatig 'in leven' gehouden, terwijl er geen uitzicht is op herstel. Het staken van zulk 'zinloos medisch handelen' wordt door veel moslim-ethici gerechtvaardigd genoemd. "Het is het proces van het leven dat de arts tracht in stand te houden en niet het proces van het sterven."

Het staken van een medische levensverlengende behandeling is dus niet altijd verboden. Toch is dat nog niet zo eenvoudig. Vanuit religieus aspect is het immers altijd denkbaar dat God alsnog ingrijpt en het leven herstelt. Een voorbeeld van een moslimpatiënt in Londen die jaren in coma had gelegen: Omdat er geen familieleden beschikbaar waren, werd aan de ambassadeur de vraag voorgelegd of men de behandeling mocht stoppen. De ambassadeur reageerde afwijzend omdat hij als moslim geen verantwoordelijkheid kon dragen voor de dood van een ander. Tot verbazing van zijn artsen is deze man alsnog uit zijn 'onomkeerbare' coma ontwaakt- precies het soort wonder dat een gelovig mens doet twijfelen aan de zekerheden van de medische wetenschap.
Het is waarschijnlijk dat een streng orthodoxe moslim ook bij langdurig coma niet zal toestaan dat de behandeling gestaakt wordt. Meer liberaal denkende moslims zullen bereid zijn om na enige tijd de kunstmatige levensverlenging stop te zetten en de patiënt de gelegenheid bieden, te sterven.
Er groeit nu binnen de islam een generatie op die het aandurft om religieuze geboden te relativeren. Ook de 'rekkelijken' binnen de islam zullen echter niet akkoord gaan met een medische ethiek waarin het recht op euthanasie omschreven staat. De Islamic Code of Medical Ethics stelt op verschillende plaatsen expliciet dat 'een arts geen leven zal wegnemen, zelfs niet indien hij gedreven wordt door mededogen'.

Men baseert zich daarbij op de vijfde soera van de koran: "…voor wie ook een mens doodt, behalve wegens het doden van anderen of het verspreiden van corruptie op aarde, is het alsof hij de hele mensheid heeft gedood en als iemand één leven redt, is het alsof hij aan gehele mensheid het leven heeft geschonken"(5:32).

De koran geeft een basisregel die men kan gebruiken in situaties die duidelijk het normale overstijgt: "Degene die zich in een noodsituatie bevindt, zal geen zonde begaan bij het toepassen van wat niet is toegestaan" (2:173). Op een dergelijk principe van 'nood breekt wet' kan men echter nooit een medisch-ethische regel baseren.

Elke soera in de koran begint met 'In naam van God, de Genadevolle, de Barmhartige'. Genade en barmhartigheid, dat zijn de kenmerken van Allah die elke keer terugkomen. Dus als een moslim euthanasie pleegt omdat hij bijvoorbeeld uitzichtloos lijdt, zal Allah genadig zijn, als je in de koran gelooft tenminste…

Het standpunt van het jodendom

Op de vraag of de joodse traditie euthanasie toestaat, luidt het antwoord van een willekeurige liberaal joodse rabbijn in eerste instantie kortweg 'nee'. De heiligheid van het leven is voor zowel orthodoxe als voor liberale joden een gegeven waarvan niet afgeweken mag worden.

Discussie is het essentiële kenmerk van het levende joodse geloof. De traditie is tot stand gekomen vanuit discussies. De talmoed en andere rabbijnse literatuur waarop de joden zich baseren is een neerslag van de discussies die in het verleden zijn gevoerd over de toepassing van de wet. En dat gaat nog steeds door.
Die gerichtheid op discussie maakt dat de joden in principe flexibel met hun traditie om kunnen gaan. Nieuwe ontwikkelingen in de technologie of in de samenleving kunnen zo een plaats krijgen. Niets staat op voorhand vast. Alles mag ter discussie gesteld worden. De discussie over euthanasie mag met alle argumenten uit de traditie gevoerd worden, maar de uitkomst staat toch min of meer vast. Het leven is volgens het jodendom immers van God en dient dus voortgezet te worden, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn.

In de wet en de profeten, het gedeelte van de bijbel dat christenen het oude testament plegen te noemen, komt het thema euthanasie nauwelijks aan de orde. Het verbod op het doden van medemensen slaat volgens Bar-Ephraïm niet op euthanasie. Het gaat daar vooral om het vermoorden van een ander, niet om het doden op verzoek.

Het standpunt van de joodse gelovigen op het gebied van euthanasie is dus vooral gebaseerd op de traditionele rabbijnse literatuur, die voortkomt uit de wisselwerking van de wet en de dagelijkse praktijk. Er zijn bijvoorbeeld richtlijnen die gelden voor het sterfbed en begrafenis. Daarin staat dat men het proces van overlijden niet mag bespoedigen. Om iemands leven te redden, mag men zelfs alle wetten breken. De rust op sabbat is bijvoorbeeld onder alle omstandigheden heilig, behalve als er sprake is van levensgevaar. Dan mag men alles doen om te zorgen dat iemand blijft leven. Die heiligheid van het leven staat zo centraal, dat er geen sprake kan zijn van euthanasie.

De regel dat men het spontane stervensproces niet in de weg mag staan, betekent niet dat men alle medische behandeling in die fase achterwege mag laten. Als de medici het erover eens zijn dat verder handelen geen zin meer heeft, dan is het ook vanuit de joodse traditie toegestaan. Maar Bar-Ephraïm is het er niet mee eens om dan alle behandeling te staken. "Ik vind het bijvoorbeeld onmenselijk om iemand te laten uitsterven door uitdroging".
Volgens de joodse traditie is het zeker toegestaan om het lijden van de patiënt weg te nemen. Maximale pijnbestrijding is dus volgens Bar-Ephraïm toegestaan, zelfs als de patiënt daardoor iets vroeger komt te overlijden.

Er zijn drie uitzonderingen op de regel dat het leven altijd in stand gehouden dient te worden. Bekend is het verhaal van de groep joodse verzetsstrijders tegen het Romeinse gezag. Op de berg Massada werden zij omsingeld en er was geen enkele hoop meer dat zij aan hun belagers zouden ontkomen. Toen besloten zij de dood te verkiezen. Omdat zelfdoding taboe was, besloten zij elkaar te doden. De hele groep, onder wie vrouwen en kinderen, stierf door de zwaarden van medestrijders. Dit verhaal zou als argument voor euthanasie kunnen worden gebruikt. Ook hier gaat het erom dat een ander (de arts) de dodelijke handeling verricht in een situatie waarin men 'met de rug tegen de muur staat'. Volgens Bar-Ephraïm is het geen argument voor euthanasie, omdat het op heel andere principes berust. De joodse traditie stelt dat men de dood boven het leven moet verkiezen in drie situaties: als het alternatief dat men gedwongen is om een moord te plegen, als men gedwongen wordt tot afgoderij of als men gedwongen wordt tot verboden seksuele handelingen. In de situatie van Massada was zeker voor de vrouwen de derde regel van toepassing, want de kans was groot dat zij verkracht zou worden. Voor het overige ging het om dwang tot afgoderij. De Romeinse keizer eiste van al zijn onderdanen dat zij hem als een god zouden vereren. Dat was voor de strijders op Massada volkomen onaanvaardbaar en voldoende reden om elkaar te doden.

Binnen de joodse traditie staat er een strafmaatregel op zelfdoding: de overledene mag geen gewone begrafenis krijgen. Hij of zij wordt begraven op een speciale plek op of buiten het kerkhof.

Het standpunt van het hindoeïsme

Het hindoeïsme is de oudste van de wereldreligies. Het is een veelkleurige religie die veel ruimte laat voor verschillende belevingen. Ook binnen de Hindoestaanse gemeenschap in Nederland bestaan grote verschillen. Dat komt mede tot uiting in de opvattingen over euthanasie. De eeuwenoude vedische (oude gewijde boeken van de Hindoes) geschriften waarop het hindoeïsme gebaseerd is, zijn voor verschillende interpretaties vatbaar. Voor de een is euthanasie wel degelijk een optie, anderen vrezen dat men in een volgend leven zo zwaar gestraft wordt dat het lijden er niet door vermindert.

De heer S. Biere: "Euthanasie is begrip dat nog niet bestond in de tijd dat de vedische geschriften tot stand kwamen. Ik probeer die oude filosofie te vertalen naar de tijd van nu. Volgens mij blijkt uit die teksten dat het doel van het lichaam is om er iets mee te doen. Als het lichaam dat doel niet meer kan bereiken, als het niet meer kan functioneren, heeft het geen zin meer om verder te leven. Dan is het dus ook toegestaan om het leven te beëindigen".

Hij baseert die uitspraak onder meer op het tweede hoofdstuk van het beroemde filosofische geschrift de Bhadgavad Gita, een dialoog tussen (de god) shri Krishna en de edelman Arjuna. Krishna vergelijkt daarin het sterven met het aantrekken van een ander pak: "Versleten kleren worden door het lichaam afgelegd; versleten lichamen worden afgelegd door de inwoner van het lichaam. Nieuwe lichamen worden aangetrokken door de bewoner, als kleren.
Er is in de vedische geschriften veel over de dood geschreven. Daaruit blijkt volgens mij dat de dood niet bestaat. Het leven is een cyclus, zoals de natuur in de lente leeft en in het najaar doodgaat, het is een continu proces waarin de dood niet meer is dan een overgangsfase. Als wij aannemen dat de ziel onsterfelijk is en het lichaam uit stof bestaat die in diverse vormen terugkeer, waarom zou je dan een omhulsel dat niet meer functioneert niet mogen verlaten?".

De hindoeïstische opvattingen over lichaam en ziel kunnen op verschillende manieren geïnterpreteerd worden als het gaat om de vraag of euthanasie is toegestaan. Er zijn pandits (hindoes godsdienst-en wetgeleerde) die zich verzetten tegen de mogelijkheid om het tijdstip van de eigen dood te bepalen. Volgens hen zou daarmee het karma van dit leven niet voldoende doorleven, waardoor men een extra 'tussenleven' nodig heeft om alsnog het lijden door te maken dat men door euthanasie wil beëindigen. Biere gaat er vanuit dat de balans van karma in iemands leven bepaald wordt door het geheel van dat leven. Hij vindt het in principe gerechtvaardigd om ondraaglijk lijden te beëindigen door euthanasie. Onze levensduur is vaak immers al verlengd door medisch ingrijpen, zodat van een 'natuurlijk' proces van leven en sterven al lang geen sprake meer is.

"De medische wetenschap is in staat om ons lichaam vaak nog heel lang gezond te laten functioneren. Dan mogen we ook aan een arts vragen om ons te helpen een lichaam te verlaten dat niet meer functioneert. Het zou hypocriet zijn als je bepaalde dingen van de medische wetenschap aanvaardt en wat je niet uitkomt, verwerpt".

Het standpunt van het boeddhisme

Het boeddhisme is een geloof zonder persoonlijke God, met een traditie die belangrijker is dan geschreven wetten. In het Boeddhisme is er geen officieel standpunt over euthanasie, maar over het algemeen zijn de boeddhisten van mening dat er geen reden is om euthanasie af te keuren. Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn daden en voor de gevolgen in dit leven en de volgende levens.

Respect voor het leven is een belangrijk onderwerp binnen het boeddhisme, en dat gaat heel ver. De boeddhisten vinden zelfs dat het verkeerd is zelfs om insecten te doden of om papier te verspillen.

Over het algemeen zoeken de mensen binnen het Boeddhisme verlossing van het lijden. Ziekte en pijn horen bij het leven, maar het is absoluut niet nodig om elke vorm van pijn en lijden te aanvaarden. Een boeddhist zal niet snel over een ander oordelen. Als een ander zijn leven beëindigt, moet dit maar dit geaccepteerd worden. Of deze keus goed is voor de patiënt, zal hij zelf uit moeten maken. Boeddhisten geloven dat alles een reden heeft. Of je leven gemakkelijk of moeilijk is, hangt samen met je eigen ontwikkeling en vorige levens. Het kan zijn dat het lijden dat je doormaakt in je ziekte nodig is om de balans van je leven te herstellen. Dan is het misschien niet zo verstandig om je leven eerder te beëindigen.