Werken in de draaideur van academia

Op 1 april 2019 trad ik in dienst bij de Universiteit Utrecht. Ik was daar destijds zeer verguld mee, want ik ging bijdragen aan mijn eigen opleiding: Liberal Arts & Sciences. Die studie heeft me gevormd, zonder zou ik een ander mens zijn. En ik leerde er mensen kennen die ik tot de dag van vandaag een warm hart toedraag. Maar deelnemen had ook een keerzijde… Er zijn geen garanties op eender wat voor academische carrière. In eerste instantie neem je dat voor lief. Je wil dit gewoon doen. Je bent een idealist. Maar zoetjesaan ga je merken dat jouw idealisme is waar de roofbouw van academia op drijft.

Ik heb 1 keer een contractverlenging gehad, tot en met 14 februari 2022. Daarna diende ik op te hoepelen. “Strategische personeelsplanning,” een eufemisme voor slecht werkgeverschap. Mijn uiteindelijke dienstverband besloeg 2 jaar, 10 maanden en 14 dagen. Binnen de drie jaar en dus onverwijld dumpbaar als expendable. Ik ben met slaande trom vertrokken, niet stilletjes maar in vocaal protest. Daarmee heb ik elke mogelijkheid tot draaideuren uitgesloten, uiteraard. Maar ik ben teveel een idealist om me te voegen naar de mores van de hypocriete egoïsten die ik in mijn dienstjaren collega mocht noemen. En sommigen hangen er nog steeds rond. Anderen vertrokken alsnog omdat het plafond toch iets te dik was. (Namen bekend bij de redactie.) Die gifbeker dan maar leegdrinken, en daarna gal spuwen.

Q.E.D.

De draaideurconstructie in het onderwijs betekent dat je na een half jaar en een dag weer in dienst mag treden zonder dat dat een vast contract hoeft te zijn. Tenminste, dat was zo tot de tijdelijke contracten “verboden” werden en je in vaste dienst moest komen bij de derde verlenging. De beleidsmakers dachten daar het losvaste personeel een dienst mee te bewijzen. Maar dan rekenen ze buiten de honden van de juridische balie. (Op die éne vergissing met Diederick van den Ende na dan, en daar zullen ze zuur om geweest zijn.)

Natuurlijk heb ik liever dat ik terug in dienst kan komen. Of wie weet vast! Ik heb me in de afgelopen 3 jaar bekwaamd in multi- en interdisciplinariteit, ik heb stapels inspirerende teksten gelezen, ik heb kritisch en efficiënt leren werken en denken met studenten,… Allemaal return on investment. Maar liever trekken ze bij de UU een vers blik open met tabulas rasa. Efficiënt? Nee, maar wel “strategisch” en goedkoper. Voor mij komt straks een verse afgestudeerde docent terug die weer bij 0 moet beginnen, net als ik in 2019.

Wat doet dat met de kwaliteit van het onderwijs? (Dat is een retorische vraag, want anders dan de UU onderschat ik mijn publiek niet.)

Dat krijg je voor je kop ook, en dan mag je hem zelf uitbenen.

Ik heb gemerkt dat de docenten van het afgelopen academisch jaar lang niet allemaal goed in de vingers hebben wat ze moeten doen. Dat ligt aan onervarenheid en een bij tijd en wijle hoge werkdruk. Er wordt wel over en weer gecamoufleerd en gefeliciteerd met hoe goed “we” het doen, maar ik heb meer aan stabiliteit en perspectief dan aan een schouderklopje. Ik zou dan ook graag zien dat die felicitaties zich uitbetalen in dat perspectief in plaats van dat ik aan het lijntje word gehouden en vervolgens weer gedumpt word. Als de onderknuppel waartoe je je willens en wetens reduceert.

Blijkbaar is het het beleid van de UU om 80% van de tijdelijke docenten niet op een kortlopend contract aan te nemen. En die flexibele schil is al ruim 40% van de hele organisatie! Lean and mean! Deze info is openlijk en schaamteloos gecommuniceerd in een Zoom-call met het docententeam van Liberal Arts & Sciences. “De universiteit is ook gewoon een bedrijf,” deelt Mischa Peters ons op 2 december 2021 met droge ogen mede. Mevrouw Peters is manager bedrijfsvoering bij het departement filosofie en religiewetenschap én wethouder en 2e locoburgemeester van Culemborg. Mijn Heimat, nota bene.

Ik citeer van de Culemborgse GroenLinks website: “Tijdens haar studie vrouwenstudies in Utrecht werkte [Mischa Peters] bij de boekhandel de Rooie Rat. Na haar studie ging ze op de Universiteit Utrecht werken waar ze meerdere functies vervulde, waaronder als ondersteuner van complexe door de EU gefinancierde onderzoeksprojecten,…” blablabla gaap kots…. Oftewel: “Maar ik heb nog wel wat mooie idealen, goed van snit, hoewel ze uit de mode zijn. Wie ze hebben wil, die mag ze komen halen, vooral jonge mensen vinden ze nog fijn.” Ingekapseld, schaapjes op het droge, na mij de zondvloed.

(Een kort terzijde: uiteraard had Limburger Mischa Peters zelf uiteindelijk ook wel door dat dat idealisme niet zou renderen. Het zou me niet verbazen als er een Rolduc-alumnus in haar directe omgeving was die haar gewezen heeft op de zegeningen van een functie in bestuur en beleid.)

Ook erg mooi, zo leer ik van de Culemborgse gemeentewebsite: mevrouw Peters heeft haar nevenfunctie Manager Bedrijfsvoering Universiteit Utrecht neergelegd, maar op basis van ontslag met terugkeergarantie! Niet alleen vertrekt ze op eigen initiatief, ze komt ook nog eens gewoon terug wanneer ze wenst!

Okee, dus mevrouw Peters van de strategische personeelsplanning (“als er voor een personeelslid geen werk meer is zit je met die persoon in je maag; er zijn bij de UU geen doorgroeimogelijkheden voor docenten; er bestaat geen zuiver docentschap”) mag het precariaat in de kou zetten maar zit er als voormalig idealiste en functiegoochelaar warmpjes bij in de baantjescarrousel. (Dat lijkt hier het tegenovergestelde van “draaideur”…) Zij is werkelijk losgezongen van de realiteit aan de onderkant van de piramide die ze effectief beklommen heeft. Met recht een geïnstitutionaliseerd feministe: eigen belang eerst. Een groot voorbeeld voor Iris van der Tuin, me dunkt. (Zo, nu is die naam ook eens gevallen.)

Rustaaaahg! Bekwaamheden te over!

Het FTE per onderknuppeldocent mag best omhoog, want er zijn veel studenten, en vind ik het redelijk om ontwikkeltijd te krijgen. Die heb ik voor het doorlopen van Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) niet gekregen, terwijl ik daar mijns inziens in dat geval wel recht op gehad zou hebben. 

Overigens: dat BKO is bedoeld om de docent bekwaam en zelfstandig te maken. In mijn geval totale nonsens, want ik ben al eerstegraads docent. Een kwalificatie die ik behaalde aan diezelfde UU. Maar protocol is protocol, dus ik krijg nog wat extra taakjes. De investering is voor mij én de UU verspilde moeite geweest, want ik ben al bekend met die wassen neus en bovendien word ik na een half jaar na dat BKO weer uitgebonjourd. Waarom dan?

Nou, om ten overstaan van de auditeurs van dienst te zijner tijd aan te tonen dat de UU zijn best doet om het onderwijsniveau op hoog niveau te krijgen en/of te houden. Dat ze zich ervoor inspannen betekent echter niet dat dat niveau er ook is. Dat is juridisch gezien een ander stel mouwen. Ofwel een mooie loophole waar je met je strategische planning van kunt profiteren. Als ze nou mensen structureel in dienst zouden nemen, mensen die van de hoed en de rand weten…

Ik sta ook zeker open voor een promotietraject, als ik op die manier voor mezelf en het onderwijs kan bijdragen aan kwaliteit en stabiliteit. Ik merk links en rechts dat er enorm wordt ingezet op de flexibiliteit van de tijdelijke docenten, maar dat daar in de praktijk weinig meer tegenover staat dan die felicitatie of een reep chocola. “We zijn zo blij met je [maar tief straks alsjeblieft op, red.] en je doet het zo goed [maar niet goed genoeg voor perspectief, red.],…” Wat psychologisch theater betreft mikken ze ook niet op de sterren daar bij HR. Een zoethoudertje (in het geval van de chocola letterlijk), en een doekje voor het bloeden. Nogmaals: wat zijn de bedoelingen met de kwaliteit van het onderwijs?

“Brood en spelen.”

Ik heb in 2019-’20 ook gewerkt aan het optuigen van onderwijs, aanvankelijk een minor ondernemerschap voor geesteswetenschappers. Dat leek soepel te lopen en ik had er veel vrije ruimte in, maar aan het einde van het academisch jaar werd ook dit project in de koelkast gezet. Het kan zijn dat we hier in september 2022 weer mee moeten gaan beginnen, en dat komt mij goed uit, maar ik zou wel duidelijkheid willen hebben over mijn potentiële aandeel hierin.

Edit 2025: er is niet opnieuw begonnen, het hele gebeuren blijft in de koelkast, het bewijst werkelijk bezigheidstherapie te zijn geweest. Panem et circenses.

Waarom wordt een docente (Kila van der Starre) van Literatuurwetenschappen aangetrokken om zich met deze minor bezig te gaan houden terwijl zij in het volledige ontwikkeltraject onzichtbaar is geweest? Een project doorschuiven is een andere manier van mensen bezig houden met papier verplaatsen en ze zo kritische reflectie te ontnemen.

Het argument tijdens de meeting was dat ze “uren over heeft”, en dat typeert de begroting van de UU. Niet zozeer kwaliteit (de juiste mens op de juiste plek), maar logistiek (gaatjes vullen met restjes). Dat stuit me tegen de borst, want van een universiteit verwacht je kwaliteit en toewijding, net als van de docenten.

Uiteindelijk is er ook nog een eigenaardig voorval in personeelsbeleid. Ik heb in 2019 bemiddeld om een vriendin en studiegenote bij de UU binnen te lodsen. Ik deed toen al alleen LAS-kernvakken op eerst 0.21 en later 0.4 FTE. In blok 4 van 2021 wordt zij gepolst voor een onderwijsbaan bij MCW (door Sigrid Merx, met wie ik persoonlijk correspondeerde over de minor Ondernemerschap) met een omvang van 0.7 FTE voor 4 jaar en een aantal cursussen, zowel werkcolleges als hoorcolleges. Ons onderling verschil is dat zij een researchmaster in Leiden heeft voltooid. Ik, daarentegen, heb slechts een educatieve master aan de UU (én dus nu ook een BKO).

Hoewel ik het haar van harte gun vind ik het opmerkelijk dat ik zo apert genegeerd word voor een dergelijke aanstelling. Bovendien lijkt het er nog altijd op dat die éne FTE van 0.7 niet voldoende is om al het onderwijs op te vangen. En ondanks dat de UU elk jaar miljoenen overhoudt lijkt er van rekbaarheid in het personeelsbeleid geen sprake te zijn.

Dus, naar aanleiding van al dit, vraag ik me af wat mijn perspectief is. En niet alleen het mijne, maar van al die andere sukkels die zich aan relatief zwaar werk tegen een fooi committeren om na drie jaar niks opgeschoten te zijn, dan enkel meer gefrustreerd en teleurgesteld weer de weerbarstige arbeidsmarkt op te moeten.

Ik vraag me af waarom ik sommige dingen doe en gedaan heb en waarom andere dingen bij me weggehouden lijken te worden. Graag heb ik daarover duidelijkheid.

Pennenlikkers.

Ik heb mijn best gedaan een goed werknemer te zijn, maar meer nog een goed docent, die kwaliteit wil bieden, zijn stof wil doorgronden, zijn werk grondig wil doen. Doet de UU zijn best een goede universiteit en een goed werkgever te zijn? Het antwoord is uiteraard een volmondig “nee”. Laat je niet in de luren leggen, beginnend academicus. Je verliest hier meer dan je lief is. Die chocoladereep gaat je nergens brengen.

Maar er zijn uitzonderingen. Dat zijn de werknemers die zich niet in eerste instantie met de kwaliteit van onderwijs bezig houden. Dat zijn geen betrokken werknemers, dat zijn lui die het leed van de student een worst zal wezen. Het zijn beroepsacademici, carrièretijgers, titelgeile ellebogenwerkers, kontenkussers en hielenlikkers.

Het academisch onderwijs in Utrecht is een bedrijf dat uitperst wie zich uit laat persen (ze staan in de rij, blijkbaar), persoonlijke ontwikkeling als product in een zelfverzonnen markt zet (vandaar het ondernemerschap voor geesteswetenschappers: je moet je eigen werk verzinnen), geen enkele garanties afgeeft (doei over drie jaar) en zijn werknemers leegzuigt en dumpt. Iedereen die daaraan meewerkt is moreel verwerpelijk bezig en schuldig aan uitbuiting.

Waar is Chuck Norris om deze draaideur dicht te slaan?


Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *